Koren- en rattenslangen zijn reptielen die je in een terrarium houdt. Kennis van de behoeften van het dier en technische kennis van terraria zijn belangrijk. De korenslang is dociel, heeft een robuuste gezondheid en is niet zo stressgevoelig als sommige andere slangensoorten. Deze slang is daarom geschikt voor een beginnend slangenhouder. Slangen zijn echter geen knuffeldieren. Bedenk waarom je een korenslang als huisdier wilt en of het dier aan die verwachtingen kan voldoen.
De volgende vragen helpen je over de aankoop van een korenslang na te denken:
- Korenslangen kunnen 15 tot 20 jaar oud worden, kan je er gedurende deze hele periode voor zorgen?
- Begrijp je dat het geen knuffeldier is en dat slangen niet willen aangeraakt worden?
- Heb je genoeg ruimte voor het grote terrarium?
- Begrijp je dat je ze dagelijks moet verzorgen en regelmatig moet voeren met dode knaagdieren?
- Heb je genoeg tijd om het voer aan te kopen en te bereiden?
- Is er iemand die de slang kan verzorgen als je op vakantie gaat?
- Heb je ongeveer 39 euro per maand per dier over voor de voeding en verzorging?
Een koren- of rattenslang koop je bij een kweker, dierenwinkel of gespecialiseerd opvangcentrum. Ga bij meerdere kwekers kijken voor je een slang koopt. Zo kan je direct zien wat er allemaal komt kijken bij het houden van de dieren. Kies een verkoper bij wie de dieren er gezond uit zien, waar de terraria proper zijn, alle dieren vers water hebben, er voldoende schuilplaatsen en zonneplekken zijn en de dieren voldoende ruimte hebben. Als je bij een handelszaak koopt, dan is de consumentenwetgeving van toepassing en heb je een wettelijke garantie op de gezondheid van de dieren.
Vergewis je ervan dat je enkel een koren- of rattenslang aanschaft die je in Vlaanderen mag houden. Van de negen soorten van het geslacht Pantherophis zijn er zeven die op de Positieve lijst Reptielen (96.55 KB) "pdf" staan en dus toegelaten zijn.
Wees kritisch en durf vragen te stellen. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Koop geen zwakke of zieke dieren, want dan hou je foutieve handel in stand. Let goed op of de dieren geen verwondingen of vervormingen hebben. Indien je verwaarloosde dieren opmerkt, dan kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn Meldpunt verwaarloosde of mishandelde dieren.
Voordat je de slang mee naar huis neemt, moet het terrarium in orde zijn. Zorg ervoor dat de temperatuur en luchtvochtigheid op het gewenste niveau zijn voor de komst van het dier.
Een jong dier van de soort Pantherophis guttatus vind je al voor 15 euro, volwassen dieren kosten gemiddeld tussen 40 en 60€. De prijzen voor andere soorten kunnen oplopen tot ruim boven de 100 euro, afhankelijk van de leeftijd en kweekvorm.
De aankoop van een terrarium en de meeste toebehoren is een eenmalige investering. Richtprijzen kan je hier vinden.
Maandelijks kost een korenslang, afhankelijk van de grootte, ongeveer 39 euro voor het voer, het vervangen van de lampen, de bodembedekking, de elektriciteit en het water. Als het dier ziek wordt of je wil kweken, kunnen de kosten hoog oplopen.
Een volwassen dier heeft een terrarium nodig van minimaal 80 cm x 50 cm x 50 cm (lengte x breedte x hoogte). Hoe groter het terrarium, hoe beter je voldoet aan de behoeftes van je slang. Voor jonge dieren moet gedurende de groei het formaat van het terrarium aangepast worden aan de grootte van het dier. Korenslangen zijn semi-boomlevend, dus voorzie zeker genoeg grondoppervlakte.
Kies voor een type terrarium dat een deur heeft waardoor het steeds volledig open kan om erin te werken. Voorzie de deuren van een kind- en slangbestendig slot: er mag geen enkele mogelijkheid tot ontsnappen zijn.
Plaats het terrarium op een stevige ondergrond en op een rustige plaats. Trillingen kunnen voor stress zorgen. Voorzie een achterwand in het terrarium, dan voelt het dier zich beschut en veilig.
In het terrarium moeten voor elk dier aanwezig zijn:
- een zonneplaats op grote takken met een warmtelamp erboven en optioneel een full-spectrumlamp
- een koelere plek met grote takken
- minstens twee schuilplaatsen, op een warme en een op een koele plek
- klimmogelijkheden
- een hygrometer
- een watervernevelaar en/of plantenspuit
- een thermometer
- een thermostaat voor temperatuurregeling
- een ondiepe waterschaal en af en toe (kortstondig) een waterbad
Gezelschap
Een korenslang kan goed alleen gehouden worden. Een koppel of groep dieren is mogelijk, mits je ze apart voert en voor elk dier een aparte schuilplek in de warme en koele zone van een groot terrarium voorziet. Meerdere mannelijke dieren kunnen onderling mogelijk agressief worden en worden daarom beter niet samengehouden. Huisvest korenslangen niet samen met andere diersoorten.
Bodembedekking & inrichting
Als bodembedekker is een laag gecomposteerde kokosvezel, orchideeënaarde, turf of houtschors geschikt. Omdat korenslangen tunnels of een hol in de bodem graven, voorzie je een voldoende dikke laag bodembedekker.
Korenslangen zijn erg exploratief en hebben nood aan een gevarieerd ingericht verblijf met veel vloerruimte en voldoende mogelijkheden om in de hoogte te klimmen of te rusten. Plaats minstens twee gevorkte klimstokken: de ene reikt van de bodem tot de bovenkant van het terrarium, een andere wordt over de hele lengte horizontaal opgehangen.
Spendeer veel aandacht aan schuilplekken, vooral op de bodem. Je kan een grote bloempot, rotsen of stenen gebruiken, en verder zijn er in de reptielenhandel ook speciaal ontworpen holle boomstammen te koop. Maak de schuilplekken groot genoeg, zodat de slang er opgerold helemaal in past. De schuilplaats moet stevig zijn en zodanig ontworpen dat het dier er zich niet kan aan verwonden. Een schuilplaats zal optimaal benut worden indien deze voorzien wordt van een kleine inkruipopening die afgestemd wordt op het formaat van de slang. Kleed voor extra beschutting het terrarium aan met kunstplanten, levende planten worden zelden gebruikt bij slangen. Daarnaast helpen ruwe materialen zoals drijfhout of kurkschors het dier bij het vervellen. Uit veiligheidsoverwegingen is het aanbevolen om het terrarium niet te vol te maken en overzichtelijk te houden.
Zet zware elementen zoals stenen, bloempotten, takken of planten altijd rechtstreeks op de bodem van het terrarium, nooit op de bodembedekking. Zo voorkom je dat deze gaan kantelen en dat het dier gewond raakt.
Temperatuur
’s Nachts moet de temperatuur boven de 18°C blijven. Overdag mag die oplopen tot minimaal 24 tot 26 °C in de koude delen van het terrarium. Door middel van een tijdklok kan je de temperatuur ’s nachts aanpassen, een thermostaat voor de verwarming is het meest ideale. Op de lokale zonneplaats moet de temperatuur oplopen tot 27 à 32 °C. Minstens één thermometer in het terrarium is noodzakelijk, hierdoor kan je de minimum- en maximumtemperatuur goed opvolgen. Om oververhitting te voorkomen plaats je een terrarium nooit volledig in direct zonlicht.
Water en luchtvochtigheid
Voor de korenslang moet de luchtvochtigheid in het terrarium tussen 40 en 60% blijven. Een te hoge luchtvochtigheid kan echter infecties in de hand werken. Met een hygrometer kan je de luchtvochtigheid controleren. Installeer een automatisch vernevelingssysteem of besproei het dier met water, bij voorkeur op de warmste tijdstippen van de dag, om de juiste luchtvochtigheid in het terrarium te behouden en uitdroging te voorkomen.
Een rooster kan in een klein terrarium voor voldoende ventilatie zorgen, maar voorkom steeds tocht. Voor een groot terrarium kan extra mechanische ventilatie nodig zijn om overmatige vochtigheid te voorkomen.
Voorzie een ondiepe drinkbak met water dat permanent in de warme zone van het terrarium staat en geef af en toe kortstondig een waterbad met vers water. Veel slangen baden immers voordat ze gaan vervellen. Het bad moet gemakkelijk te reinigen zijn en zo groot zijn dat de slang er helemaal in past. Te weinig water in het terrarium kan voor uitdroging en constipatie zorgen. Zorg ervoor dat het dier niet kan verdrinken en dat het gemakkelijk uit het bad kan komen. Het waterbad en de drinkbak moeten zwaar genoeg zijn zodat de slang ze niet kan omwerpen. Ververs het water dagelijks.
Uv- en warmtelamp
Deze slangen zijn vooral actief tijdens de nacht, daarom is een lichtbron met een lage dosis uv-licht optioneel, mits een volwaardig dieet met voedseldieren van goede kwaliteit wordt gegeven .
Zorg voor een zonneplek door minstens één klimstok onder een warmtebron te plaatsen, zodat het dier zich kan koesteren aan de warmte en zelf kan bepalen hoe dicht het tegen de warmtebron zit. Plaats de warmtebron echter in een afzonderlijk compartiment van het terrarium om te vermijden dat de slang tegen of rond het warmte element kan gaan liggen en zich kan verbranden. De lamp moet, afhankelijk van het type lamp, van op 20 tot 30 cm rechtstreeks op de lokale zonneplaats van het dier schijnen. Ideaal zijn er meerdere niveaus onder de lamp, zodat het dier dichter of verder van de lamp kan gaan zitten. Voorzie daarnaast zeker zeer veel schuilplekken waar de slang beschutting kan vinden voor het licht.
Dagelijks lichtritme en seizoenen
Korenslangen hebben elke dag 12 uren licht en 12 uren duisternis nodig. Met timers op alle licht- en warmtebronnen kan je dit automatisch regelen. Je hoeft geen seizoenen na te bootsen bij soorten uit (sub)tropische gebieden.
Sommige koren- en rattenslangsoorten uit gematigde gebieden gaan in natuurlijke omstandigheden in winterslaap en voor die soorten moet je deze omstandigheden nabootsen. Vraag vooraf advies aan een ervaren kweker, kenner van de diersoort of een dierenarts gespecialiseerd in reptielen.
Verrijking
Door nieuwe prikkels te geven stimuleer je het dier en doorbreek je zijn dagelijkse routine. Verrijking kan o.a. bestaan uit het variëren van klimmogelijkheden of schuilmogelijkheden. Maak slim gebruik van de beschikbare ruimte om het terrarium complexer te maken. Voorzie bijvoorbeeld beklimbare en toegankelijke plekken op verschillende hoogtes. Als het dier een goed verblijf heeft, zal het zich beter ontwikkelen en actiever zijn.
Een korenslang eet knaagdieren zoals kleine ratten of muizen van excellente kwaliteit.
Om praktische redenen én voor de veiligheid van jezelf en de slang, laat je het dier best wennen aan het eten van dode prooien. Slechts in uitzonderlijke gevallen leert een slang nooit om dode prooien te accepteren. Dode prooidieren worden ingevroren aangekocht en moeten vooraf op kamertemperatuur of beter nog op 36 à 37 °C worden gebracht en nadien onmiddellijk worden aangeboden. Bevroren prooidieren ontdooien niet goed in de microgolfoven. Ontdooi dus nooit prooidieren in de microgolfoven, er kunnen plaatselijk zeer warme of nog koude zones in het prooidier ontstaan.
Dagelijks
- Verwijder de uitwerpselen.
- Bekijk of de slang er gezond uitziet en zich normaal gedraagt.
- Controleer de temperatuur, de luchtvochtigheid, de warmtelamp en indien aanwezig: de werking van de uv-lamp en/of watervernevelaar.
- Besproei het terrarium zoveel als nodig om de juiste luchtvochtigheid aan te houden. Besproei de slang vooral tijdens het vervellen met water uit een plantenspuit.
- Verwijder vuile bodembedekking en strooi waar nodig nieuwe.
- Vervang te natte bodembedekking, vooral rond het bad, en kijk uit voor schimmelvorming.
- Reinig de waterschaal en geef vers water.
- Voer de slang indien nodig.
Een aantal maal per jaar
- Reinig het terrarium volledig. Plaats het dier hiervoor in een tijdelijk onderkomen en verwijder alle attributen en de bodembedekking.
- Reinig en ontsmet het terrarium en de attributen grondig met een oplossing van koud water en 10% javel (100 ml/1 liter water). Spoel goed na met zuiver water om javelresten te verwijderen. Laat alles goed drogen en voeg nieuw substraat toe.
Met een goede verzorging kunnen koren- en rattenslangen 15 tot 25 jaar oud worden. Kijk voor de aankoop van een dier uit naar een dierenarts die ervaring heeft met reptielen.
Een gezonde slang:
- voelt krachtig aan en is dus niet slap of gezwollen. Een goed gevoede slang is strak en gespierd, losse huidplooien zijn tekenen van ondervoeding. Een dier waarvan de huid tussen de schubben zichtbaar is, is te dik.
- heeft een ronde rug met een licht zichtbare richel.
- beweegt veel en snel met zijn tong.
- heeft egale, goed aansluitende schubben zonder resten vel.
- heeft een goed gesloten bek.
Verder moet het dier alert zijn, heeft het heldere ogen en een schone neus en cloaca. Een gezonde slang rust meestal in een opgerolde houding, wanneer het dier languit rust is er iets mis. Afwijkingen in gedrag, uitwerpselen, ademhaling of verkleuringen kunnen op ziektes wijzen. Kijk bovendien regelmatig of de vervelling wel volledig is gebeurd. Contacteer bij twijfel altijd een dierenarts.
Veel voorkomende gezondheidsproblemen bij korenslangen zijn:
- Dermatitis of schubrot
Symptomen: verkleuring van de schubben, later: waterige blaren die gaan infecteren.
Deze conditie komt voor bij dieren die gehouden worden bij een slecht klimaat in het terrarium of bij onvoldoende hygiëne. De geïnfecteerde blaren kunnen aanleiding geven tot o.a. bloedvergiftiging met de dood tot gevolg. Raadpleeg bij de eerste tekenen een dierenarts voor een behandeling en verander de huisvesting naar optimale condities voor het dier.
- Mondrot of stomatitis
Symptomen: gezwollen slijmvlies en etter rond de tanden, loskomende tanden, moeilijk eten.
Wordt veroorzaakt door slechte hygiëne of een secundaire aandoening. Contacteer de dierenarts.
- Luchtwegenklachten
Symptomen: lustloosheid, opgeblazen lichaam, onrustige of snelle ademhaling, reutelende geluiden, geopende bek, niet eten, vermageren, slijmen in de bek, soms niezen.
Deze infectie wordt meestal veroorzaakt door slechte huisvestingscondities. Corrigeer deze en ga naar de dierenarts.
- Maag- en darmklachten
Symptomen: opgeven van het voedsel, vermageren, gewichtsverlies, niet eten, braken en slecht uitziende en ruikende mest.
Dit kan veroorzaakt worden door ziekte of stress of wanneer het dier net na het eten opgepakt wordt, maar is veelal parasitair (bv. wormen, flagellaten, cryptosporidiose).
Monitor je dier en laat hem na het opgeven van voedsel een week met rust. Als het dier na het aanbieden van een nieuw prooidier opnieuw zijn voedsel opgeeft, ga er dan mee naar de dierenarts. Laat halfjaarlijks een mestonderzoek (controleren op parasieten) doen, zo kan de dierenarts wanneer nodig medicatie geven.
- Problemen bij het vervellen
Symptomen: vervellen in stukken, onvolledige vervelling aan de oogkappen, infecties bij niet-vervelde delen.
Een gezonde slang vervelt in een stuk. Slangen vervellen door zich tegen ruwe voorwerpen te schuren en zich dan door middel van spiersamentrekkingen van de huid te ontdoen. Door stress (bv. bij nieuwe dieren), te lage luchtvochtigheid of onvoldoende ruwe oppervlaktes kunnen delen van de huid aan de slang blijven hangen. Verwijder deze door de korenslang in een lauwwarm bad te laten weken en ze voorzichtig met de hand te verwijderen. Voorkom dit in de toekomst door de luchtvochtigheid te verhogen en zeker regelmatig een proper, lauwwarm waterbad aan te bieden.
- Uitwendige parasieten bv. bloedzuigende mijten
Symptomen: vermageren, meer schuren en baden, zichtbare zwarte stippen (dode mijten) in het water, algehele lusteloosheid.
- Dystocia bij vrouwelijke dieren (legnood)
Symptomen: onrustig gedrag, zoeken naar een geschikte nestplek, niet eten, een verdikking ter hoogte van het achterlichaam, de omvang is afhankelijk van het aantal eieren in retentie.
Korenslangen blijven reproductief actief, zelfs zonder de aanwezigheid van een mannelijk dier, zodat er zich problemen met de eileg kunnen voordoen bij vrouwelijke dieren. Contacteer onmiddellijk de dierenarts bij tekenen van onrust bij vrouwelijke dieren vanaf 18 maanden oud. Een permanente legbak in het terrarium van een vrouwelijk dier is aangeraden, want ook zonder paring kan ze behoefte hebben om eieren te leggen. De eieren zijn dan wel steriel.