- Anemoonvissen (Amphipirion)
- Barbelen, danio's en rasbora's
- Discusvissen
- Goudvis
- Karperzalmen
- Kersenbuikcichliden
- Killivissen
- Kogelvissen
- Koi
- Koraaljuffertjes
- Labeo's
- Labyrintvissen
- Levendbarende tandkarpers
- Maanvissen
- Malawi cichliden
- Meervallen
- Modderkruipers
- Pangasius
- Picasso doktersvis (Paracanthurus hepatus)
- Regenboogvissen
- Steuren
- Tanganyika cichliden
- Zoetwatergrondel
- Zoutwater gobies
- Zuid-Amerikaanse dwergcichliden
Er is een groot aanbod van gekweekte zoetwatervissen. Verschillende soorten kan je zeer goed houden in gewoon leidingwater. Zoetwatervissen worden vaak als gemakkelijk beschouwd, maar dit geldt niet voor alle soorten. Ook onder de zoetwatervissen zijn er immers soorten waarvoor de waterkwaliteit, voeding en aquariuminrichting aan specifieke voorwaarden moeten voldoen. Informeer je daarom voldoende vooraleer je een vis aankoopt.
Bij de opstart van een aquarium moet je volgende stappen volgen:
- Beslis welke vissen je wil houden en ga na wat hun behoeftes zijn qua inrichting, bodembedekking, water, enzovoort. Koop nog geen vissen, dat doe je pas als het aquarium klaar is.
- Koop het aquarium, de thermometer, de filter, het filtermateriaal, de bodembedekking, planten en verlichting. Voor tropische vissen koop je ook een verwarmingselement. Tegenwoordig worden meestal kant- en-klare aquariumsets verkocht (incl. verwarming, verlichting en filter).
- Lijm eventueel plateaus en de achtergrond in de bak met niet-giftige montagelijm van de aquariumspeciaalzaak. Laat alles drogen.
- Zet het lege aquarium op zijn definitieve plaats. Als het gevuld is, is het te zwaar om te verplaatsen. Zorg voor een sterke, gladde ondergrond met een laag piepschuim of een speciale aquariumondergrond ter bescherming van het glas. Het is belangrijk dat het aquarium waterpas staat.
- Doe het zand of grind in een emmer en spoel het net zo lang tot het afvoerwater proper is. Leg het schoon gespoeld zand in het aquarium en vul het tot 2/3 met water. Tip: leg een bord op de bodem van het aquarium, en giet daar het water op. Zo vermijd je dat de bodem zal omwoelen en het aquariumwater troebel wordt.
- Installeer de filter, thermometer en verwarming, maar zet ze nog niet aan. Zorg dat de stekkers en stopcontacten niet nat kunnen worden. Plaats de filteruitgang zo dat het wateroppervlak goed beweegt, dat zorgt voor voldoende zuurstof in het water.
- Zet de planten, decoratie en hout in de bak. Nieuw hout moet soms weken ondergedompeld zijn om te verzadigen met water, want anders drijft het. Leg er eventueel tijdelijk iets zwaars op. Zet grote planten of decoratie achteraan en kleine planten vooraan, dit geeft een mooi dieptezicht.
- Als alles klaar is, kan je de bak verder opvullen met water. Steek de stekkers van de filter, verwarming en lampen in.
- Na ongeveer 14 dagen zal het water helder zijn, zijn de planten geworteld en zijn de filterbacteriën voldoende ontwikkeld. Test de waterkwaliteit met een testkit of laat het doen bij de aquariumwinkel. Pas als de waterkwaliteit goed is, mogen de vissen er in. Begin met een klein aantal vissen. Zo kan de filtercapaciteit verder groeien. Controleer of de vissen wel van stromend water houden, anders moet je de uitgang van de filter aanpassen zodat er minder stroming is.
De inrichting van je aquarium wordt bepaald door je eigen smaak en voorkeur, maar vooral ook door de behoeften van de vissen.
Bodem
De bodem van het aquarium wordt meestal bedekt met zand, grind, kiezels of keien. Die bestaan in verschillende korrelgroottes en kleuren. De bodembedekking heeft een biologische, functionele en esthetische rol.
De keuze hangt af van behoeftes en voorkeur van de vissen, de eisen van eventuele aquariumplanten en je eigen voorkeur. Bij vissen die graag woelen of zandhappen op zoek naar voedselrestjes, moeten scherpe stukjes vermeden worden. Sommige soorten verstoppen zich onder het zand. Andere gebruiken dan weer kiezels om hun eieren in te leggen.
Een donkere bodemkleur laat de kleuren van de planten en de vissen beter tot hun recht komen.
Decoratie
Er zijn talloze mogelijkheden om een aquarium in te richten. Wie graag een natuurgetrouw aquarium heeft, kan gebruik maken van keien, rotsen, aquariumhout en planten. In de aquariumwinkel worden ook talrijke versieringen aangeboden.
Hou ook rekening met de noden van de vissen. Zo hebben sommige vissen nood aan schuilmogelijkheden, terwijl andere liever vrije zwemruimte hebben. Algeneters en garnalen eten graag houtvezels en hebben best een stuk kienhout in het aquarium. Dit is een speciaal soort hout dat in de auqariumwinkel te koop is.
Voorzie een aangepaste filter op je aquarium. Hou er rekening mee dat de filter een opstartperiode moet doormaken voor er vissen in het aquarium komen. De filter heeft namelijk tijd nodig om biologisch actief te worden.
Als je vissen in een aquarium zonder actieve biologische filter zet, dan is er een grote kans op piekwaarden voor ammonium en nitriet. Deze giftige stoffen leiden tot zuurstofnood, met mogelijk ziekte en zelfs sterfte tot gevolg. Neem dit risico nooit. Volg tijdens de opstart van het aquarium dagelijks de ammonium-, nitriet- en nitraatwaarden op en geef de bacteriecultuur in je filter de kans om te groeien.
Een luchtpomp voorziet via een darmpje extra beluchting in het aquarium. Zorg dat de luchtpomp hoger staat dan het waterniveau, zo voorkom je dat er per ongeluk water in de pomp loopt.
De luchtbelletjes geven zuurstof af aan het water. Hoe kleiner de luchtbelletjes, hoe beter de zuurstofafgifte. De luchtbelletjes brengen extra beweging in het wateroppervlak. Dit zorgt ook voor een betere uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide, en voorkomt de vorming van een kaamlaag. Beluchting wordt vaak ook louter om decoratieve redenen toegepast.
Een luchtpomp is doorgaans niet noodzakelijk, zolang je maar goede filtering en voldoende waterstroming voorziet. Op warme dagen kan de watertemperatuur in het aquarium hoog oplopen. In dat geval kan het wel nodig zijn om extra te beluchten in een koudwateraquarium.
De meeste tropische vissen doen het prima bij temperaturen van 22-26°C. Voor deze vissen moet je een verwarmingselement voorzien. Moderne aquariumverwarmingen hebben een ingebouwde thermostaat, waardoor je aquariumwater automatisch op de juiste temperatuur blijft.
Voorzie steeds een aparte thermometer in het aquarium, zodat je eventuele problemen met de watertemperatuur tijdig kan opmerken.
Verschillende subtropische vissen kan je houden bij iets lagere temperaturen, nl. 18 à 22°C. Als de kamertemperatuur boven 18°C blijft, dan hoef je voor dergelijke vissen geen verwarming te voorzien.
Sommige vissen doen het beter bij echt koude temperaturen (4-20°C). Koudwatervissen, zoals goudvissen, verdragen meestal geen hoge temperaturen, zodat je mogelijk koeling moet voorzien bij warm weer. Bij hoge temperaturen lost zuurstof minder goed op in water. Daarom kan het nodig zijn om extra te beluchten bij warm weer.
De meeste vissen houden niet van fel licht. Om de vissen goed te zien, wordt meestal verlichting boven het aquarium gebruikt. Door deze lampen gaan de planten ook beter groeien.
Het kiezen van de belichting is een afweging tussen wat goed is voor de vissen en planten en wat jij mooi vindt. Bij de aquariumspeciaalzaak kan je allerlei soorten lampen krijgen, van warme tot koude kleuren. Een zogenoemde daglichtlamp is het beste voor de planten en vissen.
Met een tijdklok kan je regelen dat de lampen ongeveer 10 à 12 uur per dag branden. Je kan ook aanpassingen doen om de seizoenen na te bootsen.
Vermijd dat het zonlicht rechtstreeks op de bak schijnt. Door zonlicht komt er een regenboog aan kleuren in het aquarium, en dat kan voor algengroei zorgen. Ook kan zonlicht de temperatuur van het water verhogen.
Uitwerpselen, voedselresten en ander afval dat niet werd weggefilterd, moet je wekelijks verwijderen door het af te hevelen met een doorzichtige darm of tuinslang. Let op dat je de vissen niet mee opzuigt. In de aquariumwinkel zijn verschillende types aquariumstofzuigers of hevelklokken verkrijgbaar. Spoel de filtersponzen geregeld uit. Doe dit in het weggehevelde water zodat de goede bacteriecultuur bewaard blijft. Vervang de filterwatten zodra ze vuil zijn.
Controleer in het begin dagelijks de waterkwaliteit. Als de waterkwaliteit een aantal weken goed is, kan de controle wekelijks gebeuren.
Als er weinig vissen zitten in een groot aquarium met een goede filter, dan is het onderhoud minimaal. In een groot aquarium is de balans van goede bacteriën en waterkwaliteit vaak makkelijker in stand te houden.
Als er veel vissen zijn of het is een klein aquarium, dan kan het nodig zijn dat je een deel van het water elke week ververst. Controleer hiervoor de waterwaardes met een testkit. Een hoog nitraatgehalte is een indicatie dat je water moet verversen. Optimaal hou je het nitraatgehalte lager dan 50 mg/l. Hoe lager het nitraatgehalte, hoe beter. Ververs een derde van het water per keer en waak erover dat het nieuwe water dezelfde temperatuur heeft als het aquariumwater. Zet je filter en verwarming uit als het waterniveau zakt tijdens het schoonmaken, anders gaan ze stuk. Vergeet ze achteraf niet weer aan te zetten.
Schoonmaakproducten zijn schadelijk voor de vissen en goede bacteriën. Gebruik nooit een schuursponsje op het glas, dit kan krassen geven. Wil je toch aanslag van de ruiten verwijderen, gebruik dan een plukje filterwatten als schuurmiddel.
Als je water snel vuil wordt, controleer dan volgende zaken:
- Hou je misschien te veel of te grote vissen?
- Voer je misschien te veel?
- Is je filter voldoende groot?
- Werkt de filter goed?
Afvalstoffen zijn niet altijd te zien. De zichtbare zijn vuil, troebelheid en algen. Onzichtbare afvalstoffen worden gemeten aan de waterkwaliteit.