Gerbils zijn redelijk gemakkelijke huisdieren. Ze zijn leuk om naar te kijken, zijn intelligent en actief. Voordeel is dat ze weinig urine produceren, waardoor ze geen geurhinder veroorzaken. Bedenk waarom je gerbils als huisdier wilt en of de dieren aan je verwachtingen kunnen voldoen. De volgende vragen helpen je over de aankoop van gerbils na te denken:
- Gerbils worden gemiddeld 3 à 5 jaar oud, kan je er gedurende deze ganse periode voor zorgen?
- Heb je een veilige plaats om de gerbils te huisvesten, zonder kat of hond in de buurt?
- Heb je ruimte voor de kooi, en dagelijks de tijd om hen aandacht te geven en hun verblijf te reinigen?
- Begrijp je dat je ze dagelijks moet verzorgen en moet voorzien van stukjes verse kruiden?
- Is er iemand die de gerbils kan verzorgen als je op vakantie gaat?
- Heb je ongeveer 10 à 15 euro per maand per dier over voor de voeding en verzorging?
Gerbils koop je bij een kweker, een dierenwinkel of een gespecialiseerd opvangcentrum. Ga bij meerdere kwekers kijken voor je de gerbils koopt. Zo kan je direct zien wat er allemaal komt kijken bij het houden van de dieren. Kies een verkoper bij wie de dieren er gezond uitzien, waar de verblijven proper zijn, alle dieren proper water en voldoende ruimte en schuilmogelijkheden hebben. Als je bij een handelszaak koopt, dan is de consumentenwetgeving van toepassing en heb je een wettelijke garantie op de gezondheid van de dieren.
Wees kritisch en durf vragen te stellen. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Koop geen zwakke of zieke dieren, want zo hou je foutieve handel in stand. Let goed op of de dieren geen verwondingen of vervormingen hebben. Als je verwaarloosde dieren opmerkt, dan kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn op het Meldpunt verwaarloosde of mishandelde dieren.
Let goed op de geslachten bij de aankoop. Mannelijke dieren zijn vaak iets rustiger en vrouwelijke iets actiever. Beiden worden even tam. Zorg ervoor dat hun verblijf in orde is alvorens je de gerbils gaat kopen. Je kan ze transporteren in een kleine transportkist. Karton knagen ze gemakkelijk kapot, vervoer ze daarom beter niet langdurig in een kartonnen doos.
Plaats de gerbils onmiddellijk in hun kooi bij thuiskomst. Zorg voor gedempt licht in de omgeving van de kooi en blijf enkele uren uit de buurt zodat ze rustig hun nieuwe omgeving kunnen verkennen. De eerste dagen moet je hen extra observeren om te controleren of alles in orde is en ze zich niet kunnen verwonden of ontsnappen.
De aankoopprijs van een gerbil schommelt rond de 10 euro.
Voor een geschikte kooi en toebehoren betaal je ongeveer 140 euro. Maandelijks moet je per dier rekenen op 10 à 15 euro voor de kosten van voeding, nestmateriaal en verzorging. Wanneer het dier ziek wordt, kunnen de dierenartskosten hoog oplopen.
Een gerbilverblijf moet zeker de volgende zaken bevatten:
- een hol per dier, een nesthuisje met tunnelvormige ingang
- diverse schuilplaatsen, minstens één per dier
- losse tunnels
- een zandbak met speciaal chinchilla- of gerbilzand
- een voer- en drinkplaats (een waterflesje met drinktuit is het meest geschikt)
- een dikke laag bodembedekking
- nestmateriaal, zoals hooi
- knaagmateriaal zoals speciale stukken hout en lekkere takken of kartonnen voorwerpen
Gezelschap
Mongoolse gerbils zijn groepsdieren die gezelschap van soortgenoten nodig hebben. Toch kan je niet zomaar een aantal dieren bij elkaar zetten. Gerbils zijn namelijk zeer territoriaal en agressief tegen onbekende dieren en ze kunnen vechten tot de dood. Het gemakkelijkst is om twee gerbils samen te houden. Hoe groter de groep, hoe groter de kans op gevechten, zet dus niet meer dan vier dieren in één kooi. Kies je ervoor om drie à vier gerbils samen te houden, dan geeft een groep van enkel mannelijke dieren de minste kans op problemen. Hou vrouwelijke dieren nooit met meer dan twee, zij zijn minder verdraagzaam en zullen makkelijker vechten met elkaar.
Het risico op gevechten vermindert als de dieren allemaal ongeveer dezelfde leeftijd hebben en van kleins af aan samen kunnen opgroeien. Koppeltjes en groepen worden best aan elkaar geïntroduceerd als ze tussen 8 en 10 weken oud zijn. Daarna wordt het veel moeilijker om de dieren elkaar te laten accepteren.
Verblijf
Voor een koppel gerbils heb je een kooi van ongeveer 80 x 40 x 50 cm (lengte x breedte x hoogte) nodig. Een glazen bak, bijvoorbeeld van een aquarium, is het meest geschikt. Gerbils kunnen namelijk door zowat alle andere gangbare materialen zoals plastic of metalen tralies heen knagen. Zo kunnen ze ontsnappen of zichzelf verwonden. Bovendien heeft een glazen bak als voordeel dat de gerbils naar hartenlust kunnen graven zonder dat de omgeving van de kooi vuil wordt. Voorzie op de bak een deksel uit tralies of volièregaas zodat de dieren niet uit de bak kunnen springen en er toch voldoende ventilatie is. Uitneembare verdiepingen bieden extra ruimte en maken de kooi interessanter voor de dieren.
De optimale temperatuur voor gerbils is tussen 26 en 28 °C. Een normale huiskamertemperatuur tussen de 20 en 24 °C voldoet ook prima. Zet de kooi nooit in de volle zon en vermijd tocht en vocht, hier kunnen gerbils slecht tegen.
Bodembedekking & inrichting
Gerbils zijn echte gravers. Voorzie daarom een dikke laag bodembedekking. Deze moet minstens 10 cm dik zijn, maar 20 à 30 cm is beter. Verschillende soorten bodembedekking kunnen worden gebruikt:
• Zand: wordt door de dieren verkozen boven houtsnippers, maar kan gemakkelijk instorten en is daardoor gevaarlijk. Bovendien wordt het snel vuil en is het niet hygiënisch.
• Houtkrullen (in combinatie met hooi): vaak gebruikte en veilige, hygiënische optie. Sommige gerbils zijn wel allergisch voor houtkrullen en kunnen gaan niezen.
• Hennepstrooisel (aubiose): stuift minder dan zaagsel en draagt bij aan de vachtverzorging.
Naast de bodembedekking moet ook steeds hooi aanwezig zijn. De gerbils eten dit niet alleen op, ze gebruiken het ook als nestmateriaal en om tunnels in te maken.
Maak in de kooi enkele donkere, beschutte plekken zodat de dieren zich veilig voelen. Dit kan door constructies met stenen of takken, maar ook speciale huisjes, kartonnen doosjes, wc-rolletjes en andere veilige materialen kunnen gebruikt worden. Voorzie steeds een nesthuisje met een tunnelvormige ingang. Dit is belangrijk om gedragsproblemen zoals dwangmatig graven te helpen voorkomen. Ook losse buizen en tunnels kunnen hierbij helpen.
Een zandbak met speciaal chinchilla- of gerbilzand is belangrijk voor de vachtverzorging. De gerbils nemen er een zandbad in en gebruiken het soms ook als toilet. Neem hiervoor bij voorkeur een diepere glazen of geglazuurde aardewerken schaal met opstaande randen, zodat er niet te veel zand over de rand gaat.
Als eetbak is een geglazuurd aardewerken bak aan te raden. Dit is gemakkelijk proper te houden en bestand tegen knagen. Knaagmateriaal zoals speciale stukken hout en takken of kartonnen voorwerpen helpen bij het afslijten van de tanden. Voor het drinkwater is een waterflesje met drinktuit het meest geschikt. Zo kan er geen vuil in het water komen.
Verrijking
Loopwielen kunnen worden ingezet om de gerbils extra beweging te geven, al is niet iedereen er voorstander van. Kies steeds voor een zo groot mogelijk looprad, zodat ze hun rug zo recht mogelijk kunnen houden. Vermijd loopwielen met spijlen: de staart kan hier makkelijk tussen klem komen te zitten en afgerukt worden. Een volledig dicht loopoppervlak in stevig materiaal verdient de voorkeur.
Om de gerbils wat te doen te geven, kan je hen actief op zoek laten gaan naar hun voer. Bijvoorbeeld door het voer door een pluk hooi te mengen en het zo los in de kooi te geven. Je kan ook een soort puzzels maken met wc-rolletjes of kartonnen doosjes waarin je voer doet en die je dan dichtvouwt. Ze moeten dan eerst het karton doorknagen vooraleer ze aan het voer kunnen.
In de handel is ook speciaal speelgoed voor knaagdieren verkrijgbaar. Koop nooit plastic speelgoed, want dit kan gevaarlijk zijn als erop wordt geknaagd. Speelgoed uit hout of kokosnoot is veilig en helpt bij het onderhoud van de tanden. Opgehangen touwen nodigen uit tot klimmen en springen en kunnen helemaal uit elkaar gerafeld worden om als nestmateriaal te dienen.
Het natuurlijke dieet van gerbils verschilt sterk afhankelijk van het seizoen: in de herfst, winter en lente voeden ze zich vooral met zaden en granen, terwijl ze in de zomermaanden vooral grassen en kruiden eten. In gevangenschap is het aangewezen beide types voeding te voorzien. Geef daarom als basisvoeding een volledig voer voor gerbils en een goede kwaliteit hooi. Je kan dit aanvullen met droogvoer voor katten, duivenvoer, papegaaienvoer, muesli, meelwormen, sprinkhanen, trosgierst en rozijnen. Zeker voor fokdieren is dit een meerwaarde. Ook verse kruiden, grassen en bladeren kunnen een waardevolle toevoeging aan het dieet zijn.
Geschikt zijn:
- Aalbesbladeren
- Basilicum
- Brandnetel (alleen gedroogd)
- Bonenkruid
- (citroen)Melisse
- Dille
- Duizendblad
- Madeliefjes
- Gras (geen siergras)
- Goudsbloem
- Hazelnootbladeren
- Kaasjeskruid
- Kamille
- Luzerne
- Paardenbloem
- Pepermunt
- Salie
- Selder
- Tarwe
- Viooltje
- Vogelmuur
- Weegbree
- Zevenblad
- Zonnebloem
Voer enkel planten waarvan je zeker bent dat er geen pesticiden of meststoffen op gebruikt zijn. Pluk geen planten die groeien naast een drukke weg, deze kunnen immers vervuild zijn door uitlaatgassen.
Het is niet nodig om groente of fruit te voeren. Wil je dit toch doen, doe het dan spaarzaam om diarree te voorkomen. Wortels, appel, pompoen en venkel zijn geschikt.
Gerbils zijn op zich gemakkelijke huisdieren, maar vragen wel de nodige tijd. Naast het onderhoud van de kooi en voeren, moet ook tijd worden voorzien voor interactie met de dieren.
Dagelijks
- Verwijder bederfbare voederresten zoals verse kruiden, groenten en insecten
- Ververs het water
- Geef vers hooi
- Vul vers nestmateriaal en voeder de dieren
- Controleer hoeveel er gegeten en gedronken is
- Kijk of de dieren zich normaal gedragen en er gezond uitzien.
- Controleer of de kooi-inrichting nog veilig en in orde is
Eén keer per week
- Was de waterfles en het voerbakje volledig uit
- Vervang versleten speelgoed en knaagmateriaal
- Voorzie nieuwe voorwerpen, speelgoed, puzzels… zodat de dieren iets nieuws te ontdekken hebben.
Om de twee weken
- Verwijder al het bodemmateriaal en reinig de kooi met water en zeep
- Strooi nieuw bodemmateriaal
- Reinig en ververs de zandbak
- Controleer de nagels en tanden wanneer mogelijk
Zorg dat alles droog blijft, ophopend vocht van gemorst water, urine of mest is voor je dier een broeihaard voor bacteriële infecties.
Gerbils zijn over het algemeen sterke en gezonde dieren. Als een gerbil ziek wordt, kan je dit merken aan zijn gedrag. Zieke dieren zijn minder actief, futloos en eten minder. Een zieke gerbil zit bijna altijd in elkaar gedoken. De vacht van een gezonde gerbil is egaal en glad, een ziek dier zet de vacht vaak open. De vacht kan ook vettig of dof zijn en kale plekken vertonen.
Als je denkt dat je gerbil ziek is, moet je meteen contact opnemen met een dierenarts. Gerbils laten liever niet zien dat ze ziek zijn. Wanneer je merkt dat de gerbil ziek is, is de situatie dus al ernstig.
De meest voorkomende gezondheidsproblemen bij gerbils zijn:
• Vlooien
Gerbils kunnen besmet worden met vlooien door honden of katten. Hou er dus rekening mee ook de gerbils te behandelen als andere huisdieren last hebben van vlooien.
• Huidziekten
Huidproblemen zoals kaalheid, wondjes en andere letsels worden meestal veroorzaakt door mijten en schimmelinfecties zoals ringworm. Ze zijn vaak het gevolg van overbevolking, stress en slechte leefomstandigheden. Kaalheid en huidletsels kunnen ook veroorzaakt worden door overmatige vachtverzorging en het uittrekken van haren door het dier zelf of door soortgenoten.
• Tandproblemen
Symptomen: minder eten, vermageren, voer laten vallen uit de bek, te lange tanden.
De tanden blijven doorgroeien. Als de tanden verkeerd groeien door foutstand en of omdat ze niet afslijten, dan kan dit voor problemen zorgen. Een dierenarts kan dan de tanden verkorten.
De tanden kunnen ook afbreken door overmatig bijten aan het traliewerk of door fout te bijten met te lange tanden. Je moet dan zo snel mogelijk naar de dierenarts gaan.
• Rode neus (nasale dermatitis)
De klieren achter de ogen produceren traanvocht dat veel porfyrines bevat. De porfyrines geven het traanvocht een rode kleur, vandaar dat de ziekte ‘rode neus’ wordt genoemd. Wanneer te veel traanvocht wordt geproduceerd, irriteren de porfyrines de huid en kunnen infecties optreden.
De oorzaak van rode neus is nog niet zeker, maar de kans op de aandoening stijgt bij stress en een te hoge luchtvochtigheid.
• Ziekte van Tyzzer
Symptomen: bolle rug, slechte vacht, lusteloos, weinig eetlust, waterige diarree
De ziekte van Tyzzer is een van de meest voorkomende infectieziekten bij gerbils. Ze wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium piliforme en verspreid via besmet voer en water. Jonge en verzwakte dieren zijn het meest kwetsbaar. Een goede hygiëne is belangrijk om (verspreiding van) de ziekte te voorkomen.
• Verkoudheid
Symptomen: niezen, hoesten, neus uitvloei, reutelende ademhaling
Gerbils kunnen slecht tegen een hoge luchtvochtigheid of tocht. Ze worden dan gemakkelijk verkouden. In ernstige gevallen kan dit overgaan in een longontsteking.
• Diarree en ‘natte staart’
Te veel vochtige voeding zoals verse planten, fruit en groenten kan diarree veroorzaken. Andere oorzaken zijn een wormenbesmetting of bacteriële infectie. Jonge dieren zijn gevoelig voor een bacterie die de ‘natte staart’-ziekte veroorzaakt. Ze hebben dan waterdunne ontlasting, waardoor de staart en anus nat zijn. Wanneer niet snel wordt ingegrepen, dan kan het sterftecijfer hoog oplopen.
• Epilepsie
Een gerbil die schrikt of stress ondervindt van een plotse verandering in de omgeving, kan een epileptische aanval krijgen. De meeste aanvallen komen voor bij gerbils tussen 2 en 6 maanden oud. De aanvallen kunnen variëren van even afwezigheid met trekken van de snorharen en oren, tot zware aanvallen met stuiptrekkingen van het hele lichaam. Over het algemeen veroorzaken de aanvallen geen blijvende schade. Men vermoedt dat de aanleg voor het krijgen van aanvallen genetisch bepaald en dus in zekere mate erfelijk is.