Koningspythons zijn reptielen die je in een terrarium houdt. Kennis van de behoeften van het dier en technische kennis van terraria zijn belangrijk. Als je naar een jong dier kijkt, kan je je nauwelijks voorstellen hoe groot de slang uiteindelijk wordt. De koningspython heeft een kalme persoonlijkheid en is geschikt voor een beginnende pythonhouder. Pythons zijn zeer gevoelig voor stress en zijn geen knuffeldieren. Toch hebben ze veel behoefte aan aandacht en een goede verzorging. Bedenk waarom je een koningspython als huisdier wilt en of het dier aan die verwachtingen kan voldoen.
De volgende vragen helpen je over de aankoop van een python na te denken:
- Koningspythons kunnen tot 20 oud worden, kan je er gedurende deze hele periode voor zorgen?
- Begrijp je dat het geen knuffeldier is en dat ze niet willen aangeraakt worden?
- Heb je genoeg ruimte voor het grote terrarium?
- Begrijp je dat je ze dagelijks moet verzorgen en moet voeren met dode knaagdieren?
- Heb je genoeg tijd om het voer aan te kopen en te bereiden?
- Is er iemand die de python kan verzorgen als je op vakantie gaat?
- Heb je ongeveer 50 euro per maand per dier over voor de voeding en verzorging?
Een python koop je bij een kweker, dierenwinkel of gespecialiseerd opvangcentrum. Ga bij meerdere kwekers kijken voor je een python koopt. Zo kan je direct zien wat er allemaal komt kijken bij het houden van de dieren. Kies een verkoper bij wie de dieren er gezond uit zien, waar de terraria proper zijn, alle dieren vers water hebben, er voldoende schuilplaatsen en zonneplekken zijn en de dieren voldoende ruimte hebben. Als je bij een handelszaak koopt, dan is de consumentenwetgeving van toepassing en heb je een wettelijke garantie op de gezondheid van de dieren.
De koningspython valt onder appendix II van de CITES en onder bijlage B van de EU Wildlife Trade Regulations. Dit betekent dat de internationale handel van deze dieren aan strenge voorschriften is onderworpen. Wanneer je het dier van een particulier overkoopt, dan moet je een getekende overdrachtsverklaring met CITES-nummer vragen. Nakweekdieren mogen vrij verhandeld worden, maar de verkoper moet bij de verkoop wel een overdrachtsverklaring zonder CITES-nummer geven. Voor meer informatie: Wat is CITES? Daarnaast mogen slechts 16 van de 40 pythonsoorten van de familie van Pythonidae in Vlaanderen zonder verdere toelating als huisdier worden gehouden. Voor meer informatie: Positieve lijst Reptielen (96.55 KB) "pdf".
Wees kritisch en durf vragen te stellen. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Koop geen zwakke of zieke dieren, want dan hou je foutieve handel in stand. Let goed op of de dieren geen verwondingen of vervormingen hebben. Indien je verwaarloosde dieren opmerkt, dan kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn Meldpunt verwaarloosde of mishandelde dieren.
Voordat je de slang mee naar huis neemt, moet het terrarium in orde zijn. Zorg ervoor dat de temperatuur en luchtvochtigheid op het gewenste niveau zijn voor de komst van het dier.
De aankoopprijs van een koningspython is afhankelijk van de grootte en de kleurvariant en kan variëren tussen 40 en meer dan 1000 €.
De aankoop van een terrarium en de meeste toebehoren is een eenmalige investering. Richtprijzen kan je hier vinden.
Maandelijks kost een python, afhankelijk van de grootte, ongeveer 50 euro voor het voer, het vervangen van de lampen, de bodembedekking, de elektriciteit en het water. Als het dier ziek wordt of je wil kweken, kunnen de kosten hoog oplopen.
Een volwassen python heeft een terrarium nodig van minimaal 120 cm x 60 cm x 60 cm (lengte x breedte x hoogte). De koningspython is vooral bodemlevend, daarom is een voldoende groot grondoppervlak met lage schuilplekken en klimmogelijkheden erg belangrijk. Hoe groter het terrarium, hoe beter je voldoet aan de behoeftes van je python. Voor jonge dieren moet gedurende de groei het formaat van het terrarium aangepast worden aan de grootte van het dier.
Kies voor een type terrarium dat een deur heeft waardoor het steeds volledig open kan om erin te werken. Voorzie de deuren van een kind- en slangbestendig slot: er mag geen enkele mogelijkheid tot ontsnappen zijn.
Plaats het terrarium op een stevige ondergrond en op een rustige plaats. Trillingen kunnen voor stress zorgen. Voorzie een achterwand in het terrarium, dan voelt het dier zich beschut en veilig.
In het terrarium moeten aanwezig zijn:
- een zonneplaats op grote takken met een warmtelamp erboven en optioneel een full-spectrumlamp (met uv)
- een koelere plek met grote takken
- minstens twee schuilplaatsen op een warme en een op een koele plek
- een thermometer
- een thermostaat voor temperatuurregeling
- een plantenspuit en/of watervernevelaar
- een groot waterbad
Gezelschap
Koningspythons zijn solitair levende dieren die enkel samen komen om te paren. Daarom is het sterk aangeraden dit dier alleen te houden.
Bodembedekking & inrichting
Als bodembedekker is een dunne laag van gecomposteerde kokosvezel, orchideeënaarde, turf of houtschors geschikt. De dieren durven weleens het substraat oppikken tijdens het vangen van een prooi, dus fijne bodembedekkers zoals zand of houtkrullen zijn niet aangeraden. Hou de bodem droog en proper, want door de hoge luchtvochtigheid kan de bodembedekking gaan schimmelen.
Voorzie klim- en schuilmogelijkheden in het terrarium. Plaats hiervoor minstens twee gevorkte klimstokken: de ene reikt van de bodem tot de bovenkant van het terrarium, een andere wordt over de hele lengte horizontaal opgehangen. Om het oppervlak van het terrarium uit te breiden kan een ligplank op halve hoogte van het terrarium worden gemaakt.
Spendeer veel aandacht aan schuilplekken. Voor de inrichting kan een grote bloempot gebruikt worden, en in de reptielenhandel zijn ook speciaal ontworpen holle boomstammen te koop. Maak de schuilplekken groot genoeg zodat de slang er opgerold helemaal in past. De schuilplaats moet stevig zijn en zodanig ontworpen dat het dier er zich niet kan aan verwonden. Een schuilplaats zal optimaal benut worden indien deze voorzien wordt van een kleine inkruipopening die afgestemd wordt op het formaat van de slang. Om esthetische redenen kan het terrarium aangekleed worden met kunstplanten, levende planten worden zelden gebruikt bij pythons. Daarnaast helpen ruwe materialen zoals drijfhout of kurkschors het dier bij het vervellen. Uit veiligheidsoverwegingen is het aanbevolen om het terrarium niet te vol te maken en overzichtelijk te houden.
Zet zware elementen zoals stenen, bloempotten, takken of planten altijd rechtstreeks op de bodem van het terrarium, nooit op de bodembedekking. Zo voorkom je dat deze gaan kantelen en dat het dier gewond raakt.
Temperatuur
’s Nachts moet de temperatuur boven de 20 °C blijven. Overdag mag die oplopen tot minimaal 22 tot 28 °C in de koude delen van het terrarium. Door middel van een tijdklok kan je de temperatuur ’s nachts aanpassen, een thermostaat voor de verwarming is het meest ideale. Op de lokale zonneplaats moet de temperatuur oplopen tot 30 °C. Minstens één thermometer in het terrarium is noodzakelijk, hierdoor kan je de minimum- en maximumtemperatuur goed opvolgen. Om oververhitting te voorkomen plaats je een terrarium nooit volledig in direct zonlicht.
Water en luchtvochtigheid
Voor de python die van nature in een relatief vochtige omgeving leeft, moet de luchtvochtigheid tussen 75 tot 85% blijven. Besproei het dier meermaals per dag met water of installeer een automatisch vernevelingssysteem, om de juiste luchtvochtigheid in het terrarium te behouden en uitdroging te voorkomen. Een te hoge luchtvochtigheid kan echter infecties in de hand werken en luchtwegenproblemen veroorzaken. Met een hygrometer kan je de luchtvochtigheid controleren.
Een rooster kan in een klein terrarium voor voldoende ventilatie zorgen, maar voorkom steeds tocht. Voor een groot terrarium kan extra mechanische ventilatie nodig zijn om overmatige vochtigheid te voorkomen. De ruiten mogen in de voormiddag vochtig zijn, maar moeten in de loop van de dag opdrogen.
Zet een grote bak met lauwwarm drinkwater in het terrarium. Veel slangen weken zich in water voordat ze gaan vervellen, en te weinig water in het terrarium kan bovendien voor uitdroging en constipatie zorgen. Voorzie een groot en gemakkelijk te reinigen waterbad dat permanent in de warme zone van het terrarium staat. Het bad moet zo groot zijn dat de slang er helemaal in past en zwaar genoeg zijn zodat de slang het niet kan omwerpen. Zorg ervoor dat het dier niet kan verdrinken en dat het gemakkelijk uit het bad kan komen. De slangen ontlasten soms in het water, controleer daarom het bad dagelijks. Reinig het bad en ververs het water als het is vervuild. Ververs het water minstens 3 maal per week.
Uv- en warmtelamp
Pythons zijn vooral actief tijdens de nacht, daarom is een lichtbron met een lage dosis uv-licht optioneel, mits een volwaardig dieet met voedseldieren van goede kwaliteit wordt gegeven . Om te weten of er voldoende uv-licht is, kan je een uv-spectrummeter gebruiken of de uv-lamp tijdig vervangen zoals is voorgeschreven in de bijsluiter. Glas en plastic houden uv-straling tegen. Terrariums met roosters laten wel uv-licht door van de lamp die erboven geplaatst wordt of van het zonlicht.
Zorg voor een zonneplek door minstens één klimstok onder een warmtebron te plaatsen, zodat het dier zich kan koesteren aan de warmte en zelf kan bepalen hoe dicht het tegen de warmtebron zit. Plaats de warmtebron echter in een afzonderlijk compartiment van het terrarium om te vermijden dat de slang tegen of rond het warmte element kan gaan liggen en zich kan verbranden. De lamp moet, afhankelijk van het type lamp, van op 20 tot 30 cm rechtstreeks op de lokale zonneplaats van het dier schijnen. De afstand is echter mede afhankelijk van het type lamp en de wattage, volg dus steeds de aanwijzingen uit de bijsluiter. Ideaal zijn er meerdere niveaus onder de lamp, zodat het dier dichter of verder van de lamp kan gaan zitten. Voorzie daarnaast zeker zeer veel schuilplekken waar de slang beschutting kan vinden voor het licht.
Dagelijks lichtritme en seizoenen
Een python heeft elke dag 12 uren licht en 12 uren duisternis nodig. Met timers op alle licht- en warmtebronnen kan je dit automatisch regelen. Je hoeft geen seizoenen na te bootsen.
Verrijking
Door nieuwe prikkels te geven stimuleer je het dier en doorbreek je zijn dagelijkse routine. Verrijking kan o.a. bestaan uit het variëren van klimmogelijkheden of schuilmogelijkheden. Maak slim gebruik van de beschikbare ruimte om het terrarium complexer te maken. Voorzie bijvoorbeeld beklimbare en toegankelijke plekken op verschillende hoogtes. Als het dier een goed verblijf heeft, zal het zich beter ontwikkelen en actiever zijn. Gewassen en niet-giftige bloemen, vers geurig stro of gedroogde bladeren uit de dierenwinkel, of een tak met een andere textuur zoals een druivenstronk, zijn bijkomende opties en zorgen voor nieuwe geuren en texturen in het verblijf.
Een python eet kleine knaagdieren zoals ratten of muizen. Nieuwgeborenen eten pinky’s (haarloze babymuizen). Volwassen dieren die een maximale afmeting bereiken kunnen ook met grotere prooien zoals bijvoorbeeld konijn gevoerd worden. Het dieet moet gevarieerd zijn en de voederdieren van excellente kwaliteit. Dode prooidieren zijn standaard, slechts in uitzonderlijke gevallen leert een slang nooit dode prooien te accepteren. Om praktische redenen én voor de veiligheid van jezelf en de slang, kan je dus beter het dier laten wennen aan het eten van dode prooien.
Dagelijks
- Verwijder de uitwerpselen.
- Bekijk of de python er gezond uitziet en zich normaal gedraagt.
- Controleer de temperatuur, de luchtvochtigheid, de warmtelamp en indien aanwezig: de werking van de uv-lamp, de warmtemat en/of watervernevelaar.
- Besproei het terrarium minstens eenmaal per dag, bij voorkeur op het warmste tijdstip of zoveel als nodig om de juiste luchtvochtigheid aan te houden. Dit kan met water uit de plantenspuit of met een automatische watervernevelaar.
- Verwijder vuile bodembedekking en strooi waar nodig nieuwe.
- Vervang te natte bodembedekking, vooral rond het bad, en kijk uit voor schimmelvorming.
- Reinig het bad en geef vers water.
Een aantal maal per jaar
- Reinig het terrarium volledig. Plaats het dier hiervoor in een tijdelijk onderkomen en verwijder alle attributen en de bodembedekking.
- Reinig en ontsmet het terrarium en de attributen grondig met een oplossing van koud water en 10% javel (100 ml/1 liter water). Spoel goed na met zuiver water om javelresten te verwijderen. Laat alles goed drogen en voeg nieuw substraat toe.
Met een goede verzorging kunnen koningspythons 20 jaar oud worden. Kijk voor de aankoop van een dier uit naar een dierenarts die ervaring heeft met reptielen.
Een gezonde slang:
- voelt krachtig aan en is dus niet slap of gezwollen. Een goed gevoede slang is omvangrijk en zeer gespierd, losse huidplooien zijn tekenen van ondervoeding. Een dier waarvan de huid tussen de schubben zichtbaar is, is te dik.
- heeft een ronde rug met een licht zichtbare richel.
- beweegt veel en snel met zijn tong.
- heeft egale, goed aansluitende schubben zonder resten vel.
- heeft een goed gesloten bek.
Verder moet het dier alert zijn, heeft het heldere ogen en een schone neus en cloaca. Een gezonde slang rust meestal in een opgerolde houding, wanneer het dier languit rust is er iets mis. Afwijkingen in gedrag, uitwerpselen, ademhaling of verkleuringen kunnen op ziektes wijzen. Kijk bovendien regelmatig of de vervelling wel volledig is gebeurd. Contacteer bij twijfel altijd een dierenarts.
Veel voorkomende gezondheidsproblemen bij pythons zijn:
- Dermatitis of schubrot
Symptomen: verkleuring van de schubben, later: waterige blaren die gaan infecteren.
Deze conditie komt voor bij dieren die gehouden worden bij een slecht klimaat in het terrarium of onvoldoende hygiëne. De geïnfecteerde blaren kunnen aanleiding geven tot o.a. bloedvergiftiging met de dood tot gevolg. Raadpleeg bij de eerste tekenen een dierenarts voor een behandeling en verander de huisvesting naar optimale condities voor het dier.
- Mondrot of stomatitis
Symptomen: gezwollen slijmvlies en etter rond de tanden, loskomende tanden, moeilijk eten.
Wordt veroorzaakt door slechte hygiëne of een secundaire aandoening. Contacteer de dierenarts.
- Luchtwegenklachten
Symptomen: lusteloosheid, opgeblazen lichaam, onrustige of snelle ademhaling, reutelende geluiden, geopende bek, niet eten, vermageren, slijmen in de bek, soms niezen.
Deze symptomen kunnen wijzen op een longontsteking, longmijten of –wormen, longabcessen of longkanker.
- Maag- en darmproblemen
Symptomen: stinkende en slijmerige uitscheiding, gewichtsverlies, niet eten, braken en slecht uitziende en ruikende mest.
Dit kan veroorzaakt worden door ziekte of stress of wanneer het dier net na het eten opgepakt wordt, maar is veelal parasitair (bv. wormen) of door bacteriën.
Monitor je dier en laat het na het opgeven van voedsel een week met rust. Als het dier na het aanbieden van een nieuw prooidier opnieuw zijn voedsel opgeeft, ga er dan mee naar de dierenarts. Laat halfjaarlijks een mestonderzoek (controleren op parasieten) doen, zo kan de dierenarts wanneer nodig medicatie geven.
- Problemen bij het vervellen
Symptomen: vervellen in stukken, onvolledige vervelling aan de oogkappen, infecties bij niet-vervelde delen.
Een gezonde slang vervelt in een stuk. Slangen vervellen door zich tegen ruwe voorwerpen te schuren en zich dan door middel van spiersamentrekkingen van de huid te ontdoen. Door stress (bv. bij nieuwe dieren), te lage luchtvochtigheid of onvoldoende ruwe oppervlaktes kunnen delen van de huid aan de slang blijven hangen. Verwijder deze door de python in een lauwwarm bad te laten weken en hem voorzichtig met de hand te verwijderen. Controleer de oogkappen en wrijf zacht met een wattenstaafje om het vel daar te verwijderen. Voorkom dit in de toekomst door de luchtvochtigheid te verhogen en zeker een proper lauwwarm waterbad in het terrarium te voorzien.
- Septicaemie of bloedvergiftiging
Symptomen: De huid in de nek verliest elasticiteit en blijft staan wanneer die wordt vastgepakt, stuiptrekkingen, languit liggen, apathie, open bek, puntbloedingen of opvallende roodverkleuring van de buikschubben.
Een bloedvergiftiging is geen op zichzelf staande aandoening. Een slechte hygiëne is een mogelijke de oorzaak, maar ook stress, een lokale infectie, wonden of parasitaire aandoening zijn gevaarlijk. Bacteriën geraken in de bloedbaan en besmetten het dier. De ziekte verloopt soms subklinisch. Contacteer een dierenarts.
- Inclusion body disease (IBD, arenavirus infectie)
Symptomen: verlamming, niet eten, niet aanvallen, problemen bij het vervellen, staren in de lucht, desoriëntatie, braken.
IBD wordt erg veel gezien bij boa’s. Op basis van recent onderzoek blijken 20 tot 40 % van de in gevangenschap gehouden boa’s geïnfecteerd te zijn. Slechts een beperkt aantal van de dieren ontwikkelt op korte of langere termijn de ziekte. De incubatieperiode is niet exact gekend, maar kan waarschijnlijk maandenlang duren en soms zijn er helemaal geen symptomen, maar is er wel virusuitscheiding waardoor andere slangen besmet kunnen worden. De ziekte wordt niet enkel overgedragen door rechtstreeks contact, maar eventueel ook via vectoren zoals ectoparasieten (bloedmijten) en voorwerpen (zoals borstels, kleding, handen). Een goede hygiëne is daarom uiterst belangrijk.
De diagnose kan gesteld worden door middel van het aantonen van typische virale inclusies in witte bloedcellen of het aantonen van het virus in het bloed, een mondkeelswab of orgaanstalen (PCR). Een bloedtest die antilichamen tegen het virus aantoont kan eveneens uitgevoerd worden, maar wijst enkel op eerder contact met het virus en niet noodzakelijk op infectie. Er is geen behandeling tegen IBD. Het is op dit ogenblik niet gekend hoeveel van de IBD geïnfecteerde boa’s op langere termijn effectief ziekte zullen ontwikkelen. Ingangscontrole, quarantaine en regelmatige screening van een collectie is daarom de boodschap. Bij pythons is het virus erg moeilijk aantoonbaar. Er wordt wel nog steeds van uit gegaan dat pythons veel sneller en ernstiger ziek worden dan boa’s en voornamelijk zenuwsymptomen en verlammingen vertonen. Daarom dienen IBD positieve boa’s nooit in dezelfde ruimte als pythons gehouden te worden.
- Uitwendige parasieten bv. bloedzuigende mijten
Symptomen: vermageren, meer schuren en baden, zichtbare zwarte stippen (dode mijten) in het water, algehele lusteloosheid.
Zowel het dier als zijn huisvesting moeten worden behandeld.