Huismuizen zijn relatief gemakkelijke huisdieren, mits je ze een voldoende grote en stimulerende huisvesting biedt. Ze zijn leuk om naar te kijken, zijn intelligent en actief. Eens tam maken ze gemakkelijk contact met de eigenaar. Huismuizen zijn ook snel, springerig en zitten nooit stil. Daarnaast zijn ze kwetsbaar en worden daarom beter niet door een jong kind gehanteerd. Muizen kunnen drager zijn van de zoönose salmonella. Het zijn daarom geen geschikte huisdieren voor mensen met een zwakke immuniteit. Bedenk waarom je huismuizen als huisdier wilt en of de dieren aan je verwachtingen kunnen voldoen.
De volgende vragen helpen je over de aankoop van muizen na te denken:
- Begrijp je dat muizen geen knuffeldieren zijn en dat je voorzichtig met ze moet omgaan?
- Muizen communiceren o.a. met urine: heb je geen probleem met de geurhinder die hierdoor kan ontstaan?
- Kan je de komende twee tot vijf jaar voor de muizen zorgen?
- Heb je een veilige plaats om de muizen te huisvesten, zonder kat of hond in de buurt?
- Heb je dagelijks de tijd om de muizen te verzorgen, aandacht te geven en hun verblijf te reinigen?
- Is er iemand die de muizen kan verzorgen als je op vakantie gaat?
- Heb je ongeveer 10 euro per maand per dier over voor de voeding en verzorging?
Je kan huismuizen aankopen bij een gespecialiseerde knaagdierenopvang, bij de dierenwinkel of een fokker.
Kies bij voorkeur een groep huismuizen uit hetzelfde nest en enkel mannelijke of vrouwelijke muizen. Controleer voor de aankoop het geslacht van de muizen. Wees kritisch en durf vragen te stellen. Kies een verkoper waar de dieren er gezond uitzien, het verblijf en water proper zijn, de dieren veel schuil- en slaapplekken en klimmogelijkheden hebben en er voldoende ruimte is in het verblijf. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Koop geen zwakke, zieke of gewonde dieren, zo hou je foutieve handel in stand. Als je verwaarloosde dieren opmerkt kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn.
Voordat je de muizen mee naar huis neemt, moet hun verblijf in orde zijn zodat het klaar is voor de komst van de dieren. Je kan ze transporteren in een kleine transportmand die je in de dierenwinkel kan kopen. Karton knagen ze gemakkelijk kapot, vervoer ze daarom beter niet langdurig in een kartonnen doos.
Plaats de muizen onmiddellijk in hun kooi bij thuiskomst. Zorg voor gedempt licht in de omgeving van de kooi en blijf enkele uren uit de buurt zodat ze rustig hun nieuwe omgeving kunnen verkennen. De eerste dagen moet je hen extra observeren om te controleren of alles in orde is en ze zich niet kunnen verwonden of ontsnappen. Laat ze echter nog wel met rust. Na een aantal dagen kan je meer toenadering zoeken.
Zet nooit zomaar een nieuw dier in een bestaande groep, nieuwkomers worden niet gemakkelijk geaccepteerd! De kennismaking tussen een bestaande groep en een nieuw dier moet zeer geleidelijk gebeuren. Door beide kooien naast elkaar te plaatsen kunnen ze alvast aan elkaars aanwezigheid wennen. Het helpt om een beetje van de bodembedekking van de bestaande groep in de kooi van de nieuweling te leggen. Na ongeveer een week kan je de muizen dan samen zetten.
De prijs voor een huismuis varieert van 1 tot 5 euro. De prijs van speciale soorten varieert tussen de 10 tot 25 euro per dier.
Voor een geschikte kooi en toebehoren betaal je minimaal 40 euro.
Maandelijks moet je rekenen op 10 euro voor de kosten van voeding, nestmateriaal en verzorging. Wanneer het dier ziek wordt kunnen de dierenartskosten hoog oplopen.
Muizen hebben een ruime kooi nodig met veel verstopplekjes, speelgoed en verschillende niveaus.
Gezelschap
Muizen zijn erg sociaal en leven in het wild in een familiegroep met duidelijke rangorde. Huisvest een huismuis nooit alleen, maar ga voor een groep van minstens twee of meer dieren van hetzelfde geslacht. Mannelijke muizen vechten onderling wel vaker en een vrouwelijke muis met jongen kan erg agressief zijn naar soortgenoten. Geef de groep daarom voldoende ruimte en voorzie voor elke muis een eigen schuil- en nestplek. Zo help je onderlinge gevechten te voorkomen.
Verblijf
Voorzie voor twee tot vier huismuizen een verblijf van minimaal 75 x 40 x 40 cm (lengte x breedte x hoogte). Maak meerdere verdiepingen in het verblijf zodat je op die manier extra ruimte creëert. Muizen zijn prooidieren die zich oncomfortabel voelen in open ruimtes, geef ze daarom veel beschutting en verstopplekjes.
Een traliekooi is een geschikte optie voor de grotere soorten zoals de huismuis, op voorwaarde dat de tralies zeer dicht bij elkaar staan. Muizen kunnen namelijk gemakkelijk door een kleine kier ontsnappen. Het voordeel van tralies is dat de muizen ze kunnen gebruiken om te klimmen en dat je er allerlei verrijkingsmateriaal aan kan vastmaken. De traliekooi moet een diepe, dichte onderbak hebben zodat er een dikke laag bodembedekking in kan.
Een glazen bak zoals een aquarium of terrarium is ook geschikt. Met een glazen bak kan je de muizen zonder probleem van een diepe laag bodembedekking voorzien en hebben ze minder last van tocht. Urinedampen kunnen echter luchtwegenklachten veroorzaken, dus je moet het verblijf wel voldoende ventileren. Sluit de glazen bak van boven af met een stevig, maar zeer fijnmazig gaas dat bestand is tegen knagen.
Een omgevingstemperatuur tussen de 18 en 26 °C en een luchtvochtigheidsgraad van 30 tot 70% is ideaal. Muizen kunnen niet transpireren en moeten overtollige warmte via hun staart en oren verliezen. Zet daarom nooit de kooi in de volle zon. Tocht en overmatig geluid is niet goed voor ze, plaats hun verblijf dan ook op een rustige en tochtvrije plaats.
Een huismuizenkooi moet zeker de volgende zaken bevatten:
- een slaaphol per dier
- diverse schuilplaatsen, minstens één per dier
- tunnels, klimtouwen en loopbruggen
- een voer- en drinkplaats
- knaagmateriaal zoals takken van bv. wilgen- en fruitbomen
- nestmateriaal zoals papiersnippers of stofvrij stro
Bodembedekking & inrichting
Als bodembedekking zijn volgende materialen geschikt:
- maispulp
- hennep
- niet klontvormende, plantaardige kattenbakkorrels
Met een dikke laag van minimum 15 cm wordt de urine goed geabsorbeerd en kunnen de muizen graven. Vermijd klompvormende kattenbakvulling en dradige synthetische of katoenen stoffen. Wanneer de muis dit opeet kan dat een darmverstopping veroorzaken. Ook stofrijke bodembedekking zoals zaagsel of stoffig stro zijn niet geschikt door de gevoelige luchtwegen van de muizen. Houtkrullen van ceder verspreiden giftige dampen die schadelijk zijn voor knaagdieren en moet je dus absoluut vermijden.
Voorzie voor elk dier een slaaphol en minstens één schuilplaats. Kartonnen doosjes zijn geliefd, maar worden vochtig en moeten wel regelmatig vervangen worden. Luchtdoorlatende rieten manden, houten vogelhuisjes en stenen potten met een opening zijn andere goede opties. Met nestmateriaal richten muizen hun slaapplaats in. Zowel papiersnippers als keukenrolpapier of stofvrij stro zijn hiervoor geschikt. Verwijder wel vooraf nietjes, plakband of lijmranden van dozen of papier. Dikke touwen van katoen of kokosvezel, takken en kartonnen dozen zijn ideaal als klim- en verrijkingsmateriaal.
Geef dagelijks vers drinkwater uit een glazen drinkfles. Een drinkfles van plastiek kan ook, maar moet buiten de kooi gehangen worden, want de muizen zullen er aan knagen. Het voeder geef je in een ondiepe stenen schaal of hangende voedselverdeler.
Verrijking
Muizen zijn erg onderzoekend en nieuwsgierig en hebben behoefte aan een stimulerende omgeving. Maak slim gebruik van de beschikbare ruimte om de omgeving complexer te maken. Voorzie gemakkelijk beklimbare plekken op verschillende hoogtes en in zowel horizontale, verticale als diagonale richtingen. Opgehangen touwen nodigen uit tot klimmen en springen en kunnen helemaal uit elkaar gerafeld worden om als nestmateriaal te dienen. Ook een kartonnen keuken- of toiletrol kan dienen als tunnel of nestmateriaal. Wissel het nestmateriaal elke week af.
Je kan de muizen actief op zoek laten gaan naar hun voer. Bijvoorbeeld door het voer door een pluk stro te mengen en het zo los in de kooi te geven. Je kan ook een soort puzzels maken met wc-rolletjes of kartonnen doosjes waar je voer in doet en deze dan dichtvouwt. Ze moeten dan eerst het karton doorknagen vooraleer ze aan het voer kunnen.
Geef voldoende knaaggelegenheid met twijgen en takken van wilgen- en fruitbomen. In de handel is ook speciaal speelgoed voor knaagdieren verkrijgbaar. Koop nooit plastic speelgoed, dit kan gevaarlijk zijn als er op wordt geknaagd. Speelgoed uit hout of kokosnoot is veilig en helpt bij het onderhoud van de tanden.
Loopwielen kunnen ingezet worden om de muizen extra beweging te geven, al is niet iedereen er voorstander van. Kies steeds voor een zo groot mogelijk loopwiel, zodat ze hun rug zo recht mogelijk kunnen houden. Vermijd loopwielen met spijlen: de staart kan hier makkelijk tussen klem komen te zitten en afgerukt worden. Een volledig dicht loopoppervlak in stevig materiaal verdient de voorkeur.
Een tam dier kan je eventueel gedurende een korte periode los laten lopen. Doe dit enkel onder toezicht en maak vooraf de ruimte veilig. Let op elektriciteitssnoeren, ontsnappingsmogelijkheden, kieren en laat geen andere huisdieren in de ruimte. Zet de kooi in dezelfde ruimte met open deur zodat het dier zich veilig kan terugtrekken.
Het is een goed teken als een muis onderzoekend en nieuwsgierig is. Kijk dagelijks naar het dier om zijn gedrag en behoeftes te leren kennen. Een passief of onrustig dier dat weinig gebruik maken van de ruimte is mogelijk ziek of geeft aan dat de omgeving niet goed voldoet, te koud is of tot verveling leidt. Het zoeken naar manieren om je dier te verrijken is leuk, zowel voor mens als dier!
Muizen eten echt alles, maar met gevarieerde en gezonde voeding blijven ze langer gezond en fit. Geef dagelijks een compleet voer speciaal voor muizen, dat je in de dierenwinkel kan kopen. Als aanvulling zijn kleine stukken verse groenten zoals bijvoorbeeld selder of komkommer een aanrader. Vogelzaden, enkele meelwormen of muesli kan je af en toe als extra geven.
Geef liever geen tafelresten of veel fruit, deze voeding bevat veel vetten en suikers en kan leiden tot overgewicht en een verkorte levensduur.
Wat voer je een huismuis?
Dagelijks voer | Met mate voeren | Niet voeren |
---|---|---|
Compleet muizenvoer | Fruit | Tafelresten |
Verse groenten | Meelwormen | |
Knaagmateriaal: wilgen- of fruitboomtakken | Muesli | |
Zaden |
Muizen zijn op zich gemakkelijke huisdieren, maar vragen wel de nodige tijd. Naast het onderhoud van de kooi en voeren, moet ook tijd worden voorzien voor interactie met de dieren.
Dagelijks
- Verwijder groenten- en fruitresten.
- Ververs het water.
- Geef vers voer.
- Verwijder vuile bodembedekking en geef verse in de plaats. Muizen zijn zindelijk en urineren meestal op dezelfde plaats.
- Controleer hoeveel er gegeten en gedronken is en of de dieren zich normaal gedragen.
- Controleer of de kooi-inrichting nog veilig en in orde is.
Minstens één keer per week
- Was de waterfles en voerbak volledig uit.
- Vervang versleten speelgoed en knaagmateriaal.
- Voorzie nieuwe voorwerpen, speelgoed, puzzels… zodat de dieren iets nieuws te ontdekken hebben.
- Verwijder al het bodemmateriaal en reinig de kooi met water en zeep. Het nest mag niet zo vaak vernieuwd worden, omdat muizen dit stresserend vinden. Hou daarom het nest apart bij het schoonmaken en vervang enkel, eventueel delen van, het nestmateriaal als het slecht ruikt.
Om de twee weken:
- Controleer de nagels en tanden wanneer mogelijk bv. wanneer het dier geeuwt.
Muizen zijn over het algemeen sterke en gezonde dieren. Je hoeft ze niet te laten vaccineren en standaard ontwormen is ook niet nodig. Een gezonde muis heeft een egale, gladde vacht, heldere ogen, een propere neus en is levendig.
Is het dier futloos, de vacht ruw en minder verzorgd, zijn er veranderingen in de stoelgang of urine, vermagert het dier of heeft het een vuile neus of ogen, dan kan dit wijzen op ziekte of pijn. Onrust, piepen, bijten op een bepaalde plaats of schudden met een lichaamsdeel, en niet eten zijn aanwijzingen dat het dier zich niet goed voelt of pijn heeft.
Een muis is een prooidier dat pijn of ziekte zo lang mogelijk zal verborgen houden. Als je symptomen of vreemde gedragingen ziet, neem dan zo snel mogelijk contact op met een dierenarts!
De meest voorkomende gezondheidsproblemen zijn:
- Schimmels of uitwendige parasieten bv. mijten en vlooien
Symptomen: jeuk en veel ongemak, kale plekken.
Muizen kunnen besmet worden met vlooien door honden of katten. Hou er dus rekening mee ook de muizen te behandelen als andere huisdieren last hebben van vlooien. Huidproblemen zoals kaalheid, wondjes en andere letsels worden meestal veroorzaakt door mijten en schimmelinfecties zoals dermatofytose. Ze zijn vaak het gevolg van overbevolking, stress en slechte leefomstandigheden. Kaalheid en huidletsels kunnen ook veroorzaakt worden door overmatige vachtverzorging en het uitrekken van haren door het dier zelf of door soortgenoten. Raadpleeg steeds de dierenarts voor de juiste behandeling. Reinig en ontsmet het ganse verblijf grondig en let op de hygiëne en een goede huisvesting. Dermatofytose kan ook overgaan op mensen (zoönose).
- Inwendige parasieten bv. wormen (Syphacia, Aspicularis)
Symptomen: slechte vacht, vermageren, trage groei.
Raadpleeg de dierenarts voor een geschikt ontwormingsmiddel.
- Tandproblemen
Symptomen: minder eten, vermageren, kwijlen, voer laten vallen uit de bek, zichtbaar overgroeiende tanden.
De tanden van muizen blijven doorgroeien. Door overerving of na een ongeval, ziekte of door een verkeerd dieet of te zacht voedsel kunnen de tanden schreef groeien. Voldoende hard voeder en knaagmateriaal houdt de tanden in de meeste gevallen gezond. In andere gevallen is een regelmatig bezoek aan de dierenarts noodzakelijk om de tanden in te laten korten.
- Virale aandoeningen (Ectromelia virus, muis hepatitis virus)
Symptomen: diarree, huidpokken, oogzwelling en ooguitvloei, haarverlies.
Contacteer je dierenarts, deze virussen zijn erg dodelijk
- Inwendige aandoeningen en tumoren
Symptomen: diarree, gewichtsverlies, zwellingen.
Muizen krijgen snel last van tumoren. Raadpleeg de dierenarts.
- Problemen aan de luchtwegen
Symptomen: reutelende of piepende ademhaling, niezen, vuile neus of ogen. In geval van schimmel op de longen (Pneumocystisch): gewichtsverlies, longontsteking.
Muizen hebben snel last van tocht, stof of hoge urineconcentraties in de kooi. Ze raken verkouden en hebben moeilijkheden bij het ademen. Raadpleeg in dat geval een dierenarts. Gebruik preventief stofvrij nest- en bodemmateriaal, vervang het bodemmateriaal van de urineplaats regelmatig en zet het verblijf uit de tocht.
- Afwijkend, stereotiep of agressief gedrag
Symptomen: Repetitieve gedragingen zonder duidelijk doel zoals voortdurend graven of knagen op eenzelfde plaats, gedurende uren dezelfde rondjes lopen, tegen de wand van de kooi opspringen of traliebijten. In geval van overmatige agressie: huidkwetsuren en kale plekken
Afwijkend gedrag is een aanwijzing dat de huisvesting niet voldoet. Door verrijking en betere huisvesting kan je dit gedrag voorkomen. Veel vechten kan ook gezien worden als afwijkend gedrag. In een groep muizen is er een duidelijke rangorde: dominante vrouwelijke en mannelijke dieren kauwen soms het haar af van ondergeschikte soortgenoten. Zo komt het voor dat ondergeschikte dieren hun snorharen missen of kale plekken hebben op de flank of buik. Castratie en een groter verblijf met veel schuilplekken kunnen in dat geval voor verbetering zorgen.