Een koppel prachtvinken houden is niet moeilijk. Je moet ze echter wel dagelijks verzorgen. Denk daarom goed na voordat je besluit om prachtvinken te gaan houden. De volgende vragen helpen je over de aankoop van vinken na te denken:
- Kan je gedurende de komende 2 tot 4 jaar voor de prachtvinken zorgen?
- Kan je tegen het soms heel monotone gefluit?
- Heb je voldoende ruimte voor een kooi of volière?
- Kan je wekelijks de kooi schoonmaken?
- Heb je de tijd om bijna dagelijks voer te geven?
- Is er iemand die de vogels kan verzorgen als je op vakantie gaat?
- Heb je ongeveer 8 euro per maand per prachtvink over voor de voeding en verzorging?
Je kan diverse soorten prachtvinken kopen bij kwekers, dierenwinkels en gespecialiseerde vogelwinkels. Bekijk op voorhand welke soort je mooi vindt en verdiep je in de benodigdheden en behoeftes van die soort. Kies een gezonde vogel, met een compleet en glad verenkleed. Verkies een verkoper bij wie de dieren er gezond uitzien, de volière en het water proper zijn, de dieren veel zitmogelijkheden hebben en er voldoende ruimte is in het verblijf. Koop bij voorkeur enkel jonge vogels, die een gesloten voetring dragen.
Sommige prachtvinkensoorten staan op de lijst II van CITES. Bij het verhandelen van deze soorten (padda, gordelgrasvink, groene tijgerastrilde) is een overdrachtsverklaring nodig. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Kies geen zieke of zwakke dieren, want daarmee hou je foutieve handel in stand. Let goed op of de dieren geen verwondingen of vervormingen hebben. Als je verwaarloosde dieren opmerkt, dan kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn op het Meldpunt verwaarloosde en mishandelde dieren.
Om de prachtvinken te vervoeren gebruik je het beste een kleine, donkere kartonnen doos met enkele ventilatiegaten. Zo kunnen prachtvinken kalm vervoerd worden. Richt de volière of kooi in voordat je de vinken koopt, zo kunnen de vogels thuis direct de kooi in. Geef in het begin ook hetzelfde voer als de vorige eigenaar en schakel geleidelijk over op het nieuw voer. Als je al vogels hebt, hou je de nieuwe vogels best 3 weken apart om te zien of ze ziektevrij zijn.
De prijs van een prachtvink hangt af van de variëteit en kleur. Prijzen variëren van 10 tot 75 euro voor de meest voorkomende soorten, maar kunnen veel hoger oplopen voor soorten die maar zelden gekweekt worden.
Bij de aanschaf heb je een kooi of volière nodig met een nest (indien een koppel), een water- en voerbak, zitstokken met verschillende doorsnedes en een bad. De aankoop van deze benodigdheden kost ongeveer 70 euro. Een mooie buitenvolière maken zal iets duurder zijn. Een goede volière zelf maken kost rond de 300 euro, maar als je het echt groot en luxueus wil, zal het beduidend duurder zijn.
Maandelijks kost de bodembedekking en het voeren van een prachtvink ongeveer 8 euro. Als de vogel ziek wordt, moet je een gespecialiseerde dierenarts raadplegen en dan kunnen de kosten hoog oplopen.
In de volière of kooi moeten de volgende zaken aanwezig zijn:
- beschutte nestkasten
- nestmateriaal zoals sisal touw, jute doeken, kokosvezel, touw en katoen
- zitstokken en -plaatsen, met verschillende diktes en structuren
- voldoende vliegruimte
- een voederbak
- een waterfles om van te drinken
- een bad als wasplaats. Zet het bad zo neer dat er geen mest in kan vallen
- een zandbad voor soorten uit droge gebieden of als verrijking
- sepia of een andere calciumbron
- een stofvrije bodembedekking zoals beukensnippers, spaanders, schelpenzand of ander materiaal
- grassen, (hangende) vegetatie, takken van wilgen- of fruitbomen en/of speelgoed
Gezelschap
De meeste prachtvinken hou je bij voorkeur in een koppel, maar het kan ook in een kolonie van drie of meer paren. Als je meerdere koppels prachtvinken in een volière samenzet, zorg er dan voor dat die groot genoeg is en voldoende nestplaatsen heeft, zodat ieder koppel zijn eigen nestterritorium kan vormen. Ze kunnen eventueel samengehouden worden met andere kleine, niet-agressieve, zaadetende vogelsoorten, maar dan moet je over een echte volière beschikken. Zebravinken kunnen in een volière samen worden gehouden met andere prachtvinkensoorten zoals Japanse meeuwtjes (Lonchuria striata domestica) en een verscheidenheid aan Australische en Afrikaanse prachtvinken. Voorzie dan wel voldoende schuilplekken en nestplaatsen, zodat er geen ruzie ontstaat. Vermijd om ze afzonderlijk te huisvesten.
Verblijf
Prachtvinken kunnen zowel binnen als buiten gehuisvest worden in een ruime kooi (standaard of dubbele kanariekooien) of volière; huisvesting in een volière heeft in beide gevallen de voorkeur. De kooi moet voldoende groot zijn zodat de vogels gemakkelijk naar alle richtingen kunnen vliegen.
Er moet onderscheid gemaakt worden tussen de huisvesting van koppels tijdens het broedseizoen, de huisvesting van koppels buiten het broedseizoen, en de huisvesting van groepen die niet uit koppels bestaan (jonge vogels, enkel mannelijke of enkel vrouwelijke vogels). Huisvest bijvoorbeeld een koppel prachtvinken tijdens het broedseizoen in een kooi van 0,5 x 0,4 x 0,3 m. Buiten het broedseizoen huisvest je ze dan in ruimere kooien of een volière. Voor drie koppels buiten het broedseizoen is een volière met een grondoppervlak van 1 m2 goed. Voldoende ruimte in de lengte en breedte van de volière is belangrijker dan de hoogte om conflicten tussen de koppels te vermijden. Uiteraard is een grotere kooi altijd beter. Uit onderzoek blijkt dat grotere kooien met minder vogels beter zijn voor het dierenwelzijn: de vogels kunnen meer vliegen, zingen meer en vertonen minder stress en onderlinge agressie. Het is ook mogelijk dat sommige soorten aan kleinere dichtheid moeten worden gehouden, vraag hiervoor vooraf advies aan kenners en/of de kweker.
Prachtvinken kunnen goed tegen de warmte, maar verdragen minder goed koude en vochtige condities. Positioneer de volière daarom in een richting die zoveel mogelijk zonlicht toelaat en kies voor de afdekking bij voorkeur voor materialen die het zonlicht doorlaten en de volière sneller laten opwarmen. Een buitenvolière moet ook een (verwarmde) binnenruimte hebben. Voor sommige soorten volstaat het dat deze binnenruimte vorstvrij is, voor andere soorten is een temperatuur in de binnenruimte van minimum 15 °C vereist.
Als de dieren binnen zitten, is het belangrijk om een plaats te kiezen in functie van de vogel. De kooi mag niet staan:
- in de buurt van een warmtebron of volledig in de volle zon, maar ook niet op een donkere plaats
- in de tocht
- in de buurt van lawaai en harde of laagfrequente geluiden zoals bv. van een wasmachine of elektronische apparatuur
- in dampen, rook of irriterende geuren zoals bv. van luchtverfrissers, dampen van het koken
Voorkom stress door honden en katten en wilde roofdieren weg te houden van de volière. Voorzie voldoende verse luchttoevoer, maar voorkom tocht. Bij zowel binnen- als buitenhuiskooien en volières moet op zijn minst de voorkant onafgedekt gelaten worden om voldoende ventilatie te verzekeren. Maak de wanden van het verblijf uit duurzame, niet-toxische materialen en gaas of spijlen die ongeveer 1 cm uit elkaar staan.
Bodembedekking en inrichting van het verblijf
De meeste prachtvinken eten graag van de grond, dus moet hun behuizing een stevige vloer hebben, bedekt met stofvrije vloerbedekking zoals spaanders, schelpenzand of ander materiaal. De vloerbedekking moet ongeveer wekelijks worden vervangen, doch minder vaak in ruime volières.
Voldoende nestplaatsen en geschikte nestmaterialen moeten beschikbaar zijn in de volière of kooi. Hang de nestkasten zo hoog mogelijk op dezelfde hoogte om concurrentie tussen de broedparen te vermijden. Geschikt nestmateriaal is onder meer sisaltouw, jutevezels, kokosvezel, hooi en katoen. Te lange draden die vogelpootjes kunnen verstrikken moeten worden vermeden.
Naast veel ruimte voor vrije vlucht en nestplaatsen zijn voldoende zitstokken cruciaal voor het welzijn van prachtvinken. Voorzie voldoende zitstokken zodat alle vogels in het verblijf gelijktijdig comfortabel kunnen rusten, maar voorzie er ook niet zoveel dat het hun vlucht belemmert. Plaats de zitstokken op verschillende hoogtes, en plaats sommige dicht bij de bovenkant van de kooi (ongeveer 15 cm van de bovenkant). Zitstokken die bestaan uit een mix van materialen en maten genieten de voorkeur, omdat ze de vogels de gelegenheid geven om de tenen en pootspieren te buigen en strekken.
Voorzie naast inflexibele houten zitstokken en natuurlijke takken ook meer beweeglijke zitmogelijkheden zoals plastieken kleerhangers, schommels of touwen. Doordat deze bewegen, moeten de vogels hun hele lichaam gebruiken om in evenwicht te blijven. Deze flexibele zitstokken moeten lang genoeg zijn zodat er twee of meer vogels gelijktijdig op kunnen zitten. Zitstokken met zeer ruwe oppervlakken kunnen schaafwonden aan de pootjes veroorzaken, vermijd deze. Al het materiaal moet gemakkelijk te reinigen en ontsmetten zijn. Plaats zitstokken niet boven water- of voerbakken om verontreiniging te voorkomen.
In de volière is een beplanting met niet giftige planten aan te bevelen. Een ruime buitenvolière met groenblijvende bomen zoals de spar, conifeer en hulst, (hangende) vegetatie of lange grassen kan verder de omgeving van de vogels verbeteren.
Licht en temperatuur
Veel prachtvinken zijn gevoelig voor koude temperaturen en hebben een warme omgeving nodig, ideaal is dit tussen 21 en 27 °C. Toch zijn er ook een groot aantal soorten zodanig gedomesticeerd dat ze lagere temperaturen verdragen, zoals bv. de zebravink, de padda en het Japanse meeuwtje. Ook zijn er al heel wat kwekers die zich toeleggen op het onverwarmd kweken van soorten zoals bv. de Gouldamadine, diamantvink en spitsstaartamadine. Wanneer men met zekerheid dergelijke vogels kan aanschaffen, volstaat het om ze vorstvrij te houden.
Zebravinken kunnen het hele jaar door in een buitenvolière worden gehouden, mits de buitenvolière volledig overdekt en afgeschermd is tegen weersinvloeden zoals wind en regen, met enkel de voorkant open voor verse lucht en zonlicht.
Dagelijks lichtritme en seizoenen
Prachtvinken zijn overdag actief en hebben per dag 12 uren licht en 12 uren duisternis nodig. In het broedseizoen is dit per dag 14 uren licht en 10 uren duisternis. Ook in gevangenschap boots je deze omstandigheden na in de donkere ruimtes binnenshuis tijdens de wintermaanden, eventueel met lampen die het natuurlijk daglicht nabootsen. Lichtniveaus van 500 lux zijn voldoende helder voor de vogels (zoals voor mensen), maar lage lichtniveaus (minder dan 20 lux) overdag kunnen stresserend zijn. De vogels eten enkel bij daglicht en omdat deze vogels ultraviolet licht kunnen waarnemen, kan de aan- of afwezigheid van uv-licht beïnvloeden hoe ze reageren op soortgenoten. Daarnaast wordt ook verondersteld dat zij de flikkering kunnen waarnemen die wordt uitgezonden door laagfrequente fluorescentielampen. Gebruik daarom geen tl-verlichting, tenzij het om lampen gaat met een aangepaste lichtfrequentie voor vogels.
Verrijking
Door nieuwe prikkels te geven, stimuleer je het dier en doorbreek je zijn dagelijkse routine. Verrijking kan bestaan uit het variëren van voeding en het afwisselen van elementen in de volière- of kooiomgeving. Als verrijking kan je af en toe grashalmen en verse takken van wilgen- of fruitbomen geven. Prachtvinken baden graag in ondiepe kommen met water, wat het vederverzorgingsgedrag aanmoedigt. Plaats een keer per week tot dagelijks de waterbaden in de kooien, verwijder ze in sommige gevallen na een paar uur om te voorkomen dat de jonge vogels verdrinken. Zandbaden is ook gunstig voor soorten uit droge gebieden of als verrijking. Daarnaast kan je ook speelgoed aanbieden. Hang dit bij voorkeur bovenaan de kooi.
Verdiep je verder in de kenmerken van de natuurlijke omgeving van je prachtvinkensoort om nog meer tegemoet te komen aan de behoeften en interesses van je dier. Het is een goed teken als het onderzoekend en nieuwsgierig is. Kijk dagelijks naar het dier om zijn gedrag en behoeftes te leren kennen. Een passief dier dat weinig gebruik maken van de ruimte, is mogelijk ziek of geeft aan dat de omgeving niet goed voldoet of te koud is. Naar manieren zoeken om je dier te verrijken is leuk, zowel voor mens als dier!
De meeste prachtvinken voeden zich met graszaden en veel soorten eten daarnaast geleedpotigen tijdens het broedseizoen. Voor de meeste soorten is dus een goed gemengd zaaddieet (vooral gele en witte millet en kanariezaad) geschikt voer. Je kan een geschikte zaadmengeling kopen in de meeste dierenspeciaalzaken.
Een dieet op basis van enkel zaden is voor deze vogels echter niet voldoende om de juiste vitaminen en mineralen binnen te krijgen. In een goede dierenspeciaalzaak vind je ook zaadmengsels verrijkt met vitaminen en mineralen (in de vorm van pellets) of je kan overwegen om een compleet pelletvoer te geven. Ook kan je ‘eivoer’ geven, in het bijzonder voor broedvogels en jonge vogels, om de tekorten van zadenmengelingen op te vangen. Zo krijgen de opgroeiende jongen ook dagelijks dierlijk eiwit in de voeding.
Als je de vogels wilt laten wennen aan een nieuw voer of kleine hoeveelheden vers voer (fruit, groente), doe dit dan geleidelijk. Geef ze in het begin kleine hoeveelheden en als de mest goed blijft, kan je na enkele dagen meer geven. Was het fruit en de groenten vooraf goed. Goede keuzes voor vers voer zijn plakjes fruit en versneden (groene blad)groenten , verse graszaden, paardenbloemen, vogelmuur en tuinkers. Fruit en bladgroenten zijn uitstekende bronnen van carotenoïden, waarvan is aangetoond dat ze de kleur van de snavel en algemene gezondheid beïnvloeden. Ook trosgierst is een gezonde extra die regelmatig gegeven mag worden. Al deze supplementen mogen slechts in beperkte hoeveelheid gegeven worden om spijsverteringsproblemen of vervetting te vermijden. Levend voer (insecten, wormen, larven) is niet aan te raden.
Bied het zaad aan in meerdere schalen op de grond om concurrentie te voorkomen en het voedselzoekgedrag te stimuleren. Andere soorten, zoals de Gouldamadine, eten bij voorkeur het voedsel op een platform en eten zelden van de grond. Vraag hiervoor advies aan de kweker van jouw prachtvinkensoort. Ook al lijkt de voerbak vol, controleer steeds of dit niet enkel lege zaadhulzen zijn. Verwijder de lege zaadhulzen en maak de voederbak proper voordat je nieuw voer geeft. Een vogel is te mager als het borstbeen uitsteekt en puntig aanvoelt.
Prachtvinken moeten voldoende calcium kunnen opnemen. Dit vinden ze in grit, sepiaschalen of andere supplementen. Voor een goede vertering is er maagkiezel nodig. Maagkiezel en grit moeten altijd voldoende beschikbaar zijn. Zij zitten reeds in de meeste soorten vogelzand, maar kunnen ook nog afzonderlijk aangeboden worden.
Prachtvinken moeten steeds schoon, vers water ter beschikking hebben. Het water kan gegeven worden via waterschalen, flessen of watercontainers ontworpen voor vogels. Deze moeten regelmatig ontsmet worden, en het is ook belangrijk om vervuiling door mest te voorkomen.
Wat voer je prachtvinken?
Dagelijks voer | Met mate voeren | Niet voeren |
---|---|---|
Zaden en eivoer | Kant-en-klare-snoepstokken | Rabarber |
Groenten | Avocado | |
Fruit |
Dagelijks
- Verwijder de groenten- en fruitresten.
- Kijk hoeveel er gegeten is en geef nieuw voer. Tracht een portie te vinden die dagelijks bijna volledig opgegeten is, zodat de vogels de kans niet krijgen om bepaalde voedingselementen te selecteren, want dat leidt tot onevenwichtige voeding.
- Geef proper water in de drinkbak en het waterbad (voor het waterbad en als het jonge vogels zijn: plaats het waterbad enkele uren in het verblijf).
- Geef de vogels aandacht en plaats verrijking in de kooi of volière.
- Controleer of de vogels zich normaal gedragen.
Minstens één keer per week
- Verwijder vuile bodembedekking in kleine kooien, maar in volières mag dat minder frequent afhankelijk van de oppervlakte en het aantal vogels.
- Controleer of er nog genoeg grit en maagkiezel is.
- Controleer de nagels, veren en de algemene gezondheid van de vogels.
- Stofzuig of veeg rond de kooi binnenshuis want de vogels produceren vederstof en gooien soms ook zand en afval uit de kooi.
Een aantal keer per jaar
- Reinig en ontsmet de kooi en attributen volledig
- Behandel een vaste kooi of volière een aantal keer per jaar tegen parasieten zoals mijten. Haal hiervoor de hele volière leeg om alles goed te reinigen.
- Vervang ook regelmatig de touwen en takken omdat hierin parasieten kunnen zitten en de ruwe oppervlakten moeilijk te reinigen zijn.
Gezonde prachtvinken zijn alert, snel, levendig en hebben propere poten, ogen en snavel. De mannelijke prachtvinken zingen regelmatig, dus als ze dit plots niet meer doen, dan kan het zijn dat ze zich niet goed voelen. De uitwerpselen moeten bruingroen en enigszins vochtig zijn, met wat krijtkleurige aanslag; verkleurde of ongebruikelijke hoeveelheden kunnen wijzen op ziekte. Wees aandachtig bij wonden, maar ook bij onverwacht vederverlies (buiten de ruiperiode), gedeeltelijk gesloten ogen, ademen met open bek, een onregelmatig lichaamscontour, zoals een gezwollen lichaamsdeel of gegolfde veren, opgezette veren en onwil om te bewegen. Observeer de vogels onopvallend en neem per vogel enkele minuten de tijd om te beoordelen of hij verdere aandacht nodig heeft. Neem bij het vermoeden van ziekte contact op met een gespecialiseerde vogeldierenarts.
Eén maal per jaar gaan de vogels in de rui. Tijdens deze periode wisselen ze hun oude veren voor nieuwe. Voer ze dan meer eiwitrijk en energierijk voedsel, zoals eivoer en diepgevroren insecten. Zorg altijd voor een goede hygiëne want gedurende de rui zijn de vogels extra vatbaar voor ziektes. Voorkom besmettelijke vogelziektes door wilde vogels bij de volière te weren.
Algemeen is het aanbevolen een gespecialiseerde vogeldierenarts te raadplegen als je vogels gezondheidsproblemen hebben. Enkel hij kan een goede diagnose stellen en de juiste behandeling voorstellen.
De meest voorkomende gezondheidsproblemen bij prachtvinken zijn:
• Vergroeiingen van de poten
Symptomen: de poten worden stijf en krom, hebben openstaande schubben, de poten ogen wit met schilfers.
Dit is meestal het gevolg van te weinig variatie in zitstokken en te weinig beweegruimte. Als de schubben schilferen, dan kan dit een indicatie zijn van vitaminetekort.
• Bumblefoot ofwel voetwonden
Symptomen: weefselzwelling aan de voet
Prachtvinken zijn vatbaar voor “bumblefoot”-infecties die kunnen ontstaan door schaafwonden aan de onderkant van de poot door het zitten op ruwe zitstokken. Preventief kan dit voorkomen worden door een variatie aan zitstokken aan te bieden.
• Misvormde snavels en klauwen (overgroei)
Contacteer een dierenarts gespecialiseerd in vogels voor het trimmen van de bek en/of nagels. Zorg dat de vogels voldoende vitamine en mineralen krijgen.
• Gedragsproblemen bv. herhaaldelijk heen-en-weer bewegen, kaalplukken.
De vogel voelt zich niet goed. Gedragsproblemen kan je verminderen door tegemoet te komen aan de behoeftes van de vogels zoals vliegen, een soortgenoot, speelgoed en voedsel- en/of omgevingsverrijking.
• Slechte rui - stokrui
Symptomen: lusteloosheid, de veren bol zetten, pikken aan de veren, overdadig verenverlies.
Geef energierijk voer, met extra eiwit, vitamines en mineralen. Vraag een expert om de omgevingsfactoren te beoordelen. Als de vogels te weinig licht krijgen of de daglengte te vaak en sterk wisselt, kan het zijn dat ze blijven ruien. Hierdoor zijn ze vatbaarder voor ziektes. Zeer sterke en plotse temperatuurverschillen kunnen leiden tot overdadig verenverlies (stokrui).
• Virussen (Paramyxo-virussen, vogelgriep, polyoma-virus, avipox-virus)
Symptomen: neurologische symptomen, diarree, niet eten, lethargie, soms ademhalingsproblemen of plotse dood
Prachtvinken zijn gevoelig voor een aantal virussen, contacteer voor verdere behandeling onmiddellijk een dierenarts gespecialiseerd in vogels.
• Coccidiose
Symptomen: een rode bolle buik, vermagering en diarree.
Dit is erg besmettelijk via de ontlasting. Contacteer steeds een dierenarts voor behandeling wanneer vogels diarree hebben.
• Maaggist
Symptomen: vermageren
De meest ingrijpende schimmelziekte bij prachtvinken wordt veroorzaakt door Macrorhabdus ornithogaster. Contacteer een dierenarts gespecialiseerd in vogels. De uitbraak kan toegeschreven worden aan stress en onderdrukte immuniteit. Een behandeling door de dierenarts is noodzakelijk.
• Mycobacteriosis
Symptomen: zwakte, slechte coördinatie, vermageren.
Isoleer het dier van de andere vogels en contacteer een dierenarts gespecialiseerd in vogels. Preventief kan je de kooi proper houden en contact met wilde vogelsoorten vermijden.
• Geel, luchtweginfecties bv. Trichomonas sp.
Symptomen: warrig verenkleed, zich afzonderen, abces in de keelholte, naar lucht happen.
Dit is een ziekte die zich in de keel ontwikkelt en verstikking veroorzaakt. Uiteindelijk komt de vogel in ademnood en sterft het dier. Voorkom een lange lijdensweg door tijdig een dierenarts te raadplegen.
• Inwendige parasieten bv. wormen
Symptomen: vermageren, algehele slechte conditie, waterige of gele mest.
Hou preventief de kooi goed proper. De dierenarts heeft speciale ontwormingsmiddelen voor vogels.
• Uitwendig parasieten bv. luizen, mijten, schurft
Symptomen: jeuk, kale plekken, schilfers, witte korrelige ‘kalkpoten’, lusteloosheid.
Uitwendige parasieten zitten zowel op de vogels zelf als in de kooi. Zorg voor een goede weerstand en ga bij een van de symptomen onmiddellijk naar de dierenarts. Bestrijd de parasieten in de omgeving en zorg voor een goede hygiëne.
• Legnood of te veel eieren leggen
Symptomen: de vogel legt heel veel eieren of juist geen, zit met opgezette veren en is lusteloos.
Prachtvinken leggen normaal gesproken één ei per dag gedurende 3 à 5 dagen. Een vrouwelijke prachtvink die gedurende een langere periode eieren legt, raakt uitgeput. Je kan ervoor zorgen dat de vogel minder eieren gaat leggen door minder licht (8 tot 10 uren) te voorzien. Een vogel die daarentegen geen ei kan leggen, heeft misschien last van legnood en moet dringend door een dierenarts geholpen worden.
• Agressie tussen soortgenoten
Symptomen: wonden, plukken van veren
Agressie tussen soortgenoten kan voorkomen, vooral tijdens de broedperiode. Territoriaal gedrag komt vaak voor rond het nest zelf, in een gebied van ongeveer 20 cm of meer. Buiten de broedperiode tolereren de meeste prachtvinken gewoonlijk wel andere individuen in de directe nabijheid, maar het kan dat ze vechten om voedsel, om broedplaatsen, of om begeerlijke plaatsen om te zitten of een partner. Agressieve interacties omvatten o.a. pikken aan de kop van de tegenstander of hem verjagen van een zitstok en najagen. Hou meerdere broedkoppels slechts samen als je voldoende ruimte kan voorzien. Voorkom concurrentie over nestplaatsen, voedsel en zitplaatsen door veel opties aan te bieden.
Het uittrekken van de veren is een probleem dat soms voorkomt bij prachtvinken in groep. Een belangrijke factor die deze incidenten beïnvloedt, is overbevolking. De vogels van elkaar scheiden in kleinere groepen of per broedkoppel kan het probleem oplossen. Gebrek aan nestmateriaal is ook een potentiële trigger. Meer verrijking in de kooi kan ook de agressie verminderen.