Contacteer ons
Departement Omgeving
De volgende vragen helpen je over de aankoop van een dwergpapegaai na te denken:
Je kan dwergpapegaaien of agaporniden kopen bij kwekers, dierenwinkels en soms ook adopteren bij asielen. Als je een tamme vogel wilt, kies dan voor een vogel die in een huishouden is opgegroeid en gewend is aan het contact met mensen.
Sommige soorten agaporniden vallen onder de CITES-wetgeving. Je moet voor deze soorten een document van herkomst kunnen voorleggen en de verkoper moet de gegevens noteren in het CITES-register. Lees meer informatie over CITES en welke soorten onder de CITES-wetgeving vallen.
Wees kritisch en durf vragen te stellen. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Kies een gezonde agapornis, met een compleet verenkleed, en die al zelfstandig eet. Kies géén handopfok-vogels, geïmporteerde of zwakke dieren, daarmee hou je foutieve handel in stand. Handopfok-vogels krijgen sneller gedragsproblemen. Vogels die door hun ouders zijn opgevoed, hebben een betere gezondheid en sociale vaardigheden en worden bovendien even tam. Controleer of de dieren geen verwondingen of vervormingen hebben. Als je verwaarloosde dieren opmerkt kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn op het Meldpunt verwaarloosde en mishandelde dieren.
Richt de volière of kooi in voor je de dwergpapegaaien koopt. Zorg bij de introductie van de dieren in hun verblijf voor veel schuilplaatsen, zodat de dieren rustig kunnen wennen. Geef in het begin hetzelfde voer als de vorige eigenaar en wen ze rustig aan een nieuw voer. Als je al vogels hebt, dan hou je de nieuwe vogel 3 weken apart om eventuele overdracht van ziektekiemen te vermijden.
De prijs van een agapornis hangt af van de soort en kleur. Prijzen variëren van 15 tot 500 euro.
De kooi of volière met een nestkast, water- en voerbak, verschillende zitstokken en speelgoed kost ongeveer 100 euro. De bodembedekking en het voeder kosten wekelijks ongeveer 3 euro. Als de vogel ziek wordt, moet je een gespecialiseerde dierenarts raadplegen. De kosten kunnen dan oplopen.
Dwergpapegaaien hebben een grote kooi of volière met volgende toebehoren nodig:
per koppel een eigen nestkast
zitstokken met verschillende diktes en structuren
een drinkbak
een voederbak
een bad om in te baden
een bak met grit, sepia en maagkiezel
een stofvrije bodembedekking
speelgoed zoals touw, papier en voederpuzzels
takken van wilgen-, vlierbessen- of fruitbomen
Dwergpapegaaien kunnen zowel binnen als buiten in een ruime kooi of volière worden gehouden. De vogels moeten gemakkelijk kunnen vliegen, dus hoe groter de kooi of volière, hoe beter. Voor een koppel heb je een kooi nodig van minimaal 60 cm x 70 cm x 100 cm (lengte x breedte x hoogte). De vogels klimmen graag, dus horizontale tralies zijn aangeraden. Voor meerdere koppels heb je minstens dubbel zoveel ruimte nodig.
De volière moet deels overdekt en afgeschermd zijn tegen weersinvloeden zoals wind en regen. Zorg dat ze beschut zitten en dat er zeker geen tocht is. Dwergpapegaaien kunnen niet goed tegen de kou. Voorzie daarom een (eventueel verwarmd) binnenverblijf. Als je een nieuwe vogel buiten wilt gaan houden moet je die tijdens een warme periode, het begin van de zomer, voor het eerst buiten gaan huisvesten.
Als de dieren binnen zitten is het belangrijk om de plaats van de kooi te kiezen in functie van de vogel. De kooi mag niet staan:
Kies een lichte, rustige en geurvrije omgeving. Zet de kooi bij voorkeur bij een raam en in een ruimte waar je zelf veel bent, want dwergpapegaaien houden van interactie en afwisseling.
De agapornis zal graag uit de kooi komen om zijn omgeving te onderzoeken. Doe dit enkel binnenshuis, anders kan de vogel wegvliegen! Als je de dieren los laat vliegen, doe dan de gordijnen (en ramen!) dicht, anders kunnen ze per ongeluk tegen het raam vliegen of ontsnappen.
Om een agapornis terug in de kooi te krijgen, kan je lekker voer, anders dan het gewone voer, in de kooi leggen. Als de vogels de kooi als veilige en prettige thuis beschouwen, gaan ze er meestal gemakkelijk in terug.
Hou er rekening mee dat dwergpapegaaien hun uitwerpselen overal laten vallen.
Dwergpapegaaien hou je het beste als koppel of in groep in een grote volière. Zowel de man/vrouw-combinatie als vogels van hetzelfde geslacht gaan goed samen. De vogels zijn zeer sociaal en vredelievend, maar de nestkast en de omliggende ruimte beschouwen ze als hun territorium. Enkel vrouwelijke vogels kunnen soms onderling ruzie maken.
De vogels zijn zeer slim en onderzoekend. Verrijking helpt tegen afwijkend gedrag en verveling. Het kan bestaan uit het variëren van voeding en de manier van voeren, afwisselen in klimmogelijkheden, papier geven om te versnipperen, afwisseling bieden in bodemmateriaal, water sproeien, enz.
Er zijn speciale voederpuzzels te koop, maar je kan ze ook zelf maken:
Dit heeft als voordeel dat de vogel over langere tijd steeds kleine porties eet en er langer mee bezig blijft.
Let goed op wat het dier prettig vindt, want ieder dier is uniek.
Het is een goed teken als je dier onderzoekend en nieuwsgierig is. Aan het gedrag van de dieren kun je zien of het hok voldoende stimulatie en uitdaging biedt. Kijk dagelijks naar de dieren om hun gedrag en behoeftes te leren kennen. Passieve dieren die weinig gebruik maken van de ruimte zijn mogelijk ziek, of geven aan dat de omgeving niet goed voldoet, te koud of te warm is of tot verveling leidt.
Dwergpapegaaien moeten steeds voer ter beschikking hebben. Een combinatie van een zadenmengeling of pelletvoer, vruchten en groenten is geschikt. Een dieet van enkel zaden maakt de vogel ziek. Als je vogel enkel bepaalde zaden uit een zadenmengeling opeet, is het beter speciaal compleet pelletvoer te geven. Zo krijgt de vogel geen tekorten door te eenzijdige voeding.
Was vruchten en groenten steeds grondig voor je ze aan de vogels geeft. Wen de vogels geleidelijk aan vers voer. Geef ze kleine stukken en controleer de uitwerpselen. Als de uitwerpselen niet te plat worden, kan je geleidelijk aan meer geven.
Geef de vogels ook grit en maagkiezel in een apart voerbakje. Ze hebben dit nodig voor een goede vertering en voldoende calciumopname.
Vers drinkwater moet steeds beschikbaar zijn.
Dagelijks
Minstens één maal per week
Een aantal keer per jaar
Dwergpapegaaien worden gemiddeld 15 jaar oud. Gezonde vogels zijn alert, levendig, hebben propere poten, ogen en snavel en kwetteren vrolijk. Een ziek dier trekt zich terug en zet de veren bol. Als het borstbeen uitsteekt, is de vogel te mager.
Er zijn meerdere ernstige ziekten waarvoor je een vogel op voorhand kan laten testen. Ook een jaarlijks gezondheidsonderzoek is aan te raden. Zoek hiervoor best contact met een gespecialiseerde vogeldierenarts.
Veel voorkomende gezondheidsproblemen zijn:
Symptomen: herhaaldelijk verenplukken, schreeuwen en soms ook agressie naar andere vogels of mensen.
De vogel verveelt zich of heeft stress. Gedragsproblemen kunnen verminderd worden door tegemoet te komen aan de behoeften van het dier, door ze bv. los te laten vliegen in huis, er een tweede vogel bij nemen of speelgoed en voedselverrijking te geven.
Symptomen: lusteloosheid, ontstoken oog, vieze neus, weinig eetlust.
De papegaaienziekte is zeer besmettelijk voor vogels en mensen. De ziekte is aangifteplichtig en kan ook voorkomen bij vogels die niet ziek lijken. Bij mensen veroorzaakt de ziekte griepsymptomen, ademhalingsproblemen en soms ook longontsteking. Vogels kunnen voor de aankoop getest worden door een gespecialiseerde vogeldierenarts.
Symptomen: slechte weerstand, allerlei infecties, afbrokkelende snavel, losse veren.
Een behandeling is niet mogelijk, het dier kan enkel getest worden voorafgaand aan de aankoop.
Symptomen: vermageren, algemene slechte conditie, waterige of gele mest.
Hou preventief de kooi goed proper. De dierenarts kan een ontwormingsmiddelen voorschrijven.
Symptomen: jeuk, kale plekken, schilfers, witte korrelige ‘kalkpoten’, lusteloosheid.
Uitwendige parasieten kan je niet altijd voorkomen. Zorg voor een goede weerstand en raadpleeg bij een van de symptomen een dierenarts.
Symptomen: de vogel legt heel veel eieren of juist geen, zit met opgezette veren en is lusteloos.
Er moet een goede balans zijn in het aantal eieren dat de vogel legt. Om ervoor te zorgen dat ze minder eieren gaat leggen, kunnen nepeieren in het nest gelegd worden en er per dag 8 tot 10 uur licht worden voorzien. Een vogel die echter geen ei kan leggen, moet dringend naar de dierenarts.
Symptomen: de poten of snavel groeien scheef.
Dit is meestal het gevolg van eenzijdige voeding, zoals enkel zaden en zonnebloempitten.