Blauwtongskinken zijn reptielen die je in een terrarium houdt. Kennis van de behoeften van het dier en technische kennis van terraria zijn belangrijk. Het dier is redelijk meegaand van aard en is in dat opzicht gemakkelijk te houden. Deze dieren hebben een gemiddelde lichaamsgrootte van 30 tot 40 cm, maar ze kunnen tot 60 cm groot worden: voor het huisvesten heb je een groot terrarium nodig. Bedenk waarom je een blauwtongskink als huisdier wilt en of het dier aan die verwachtingen kan voldoen.
De volgende vragen helpen je nadenken over de aankoop van een blauwtongskink:
- Blauwtongskinken kunnen wel 20 jaar of ouder worden, kan je er gedurende deze hele periode voor zorgen?
- Begrijp je dat het geen knuffeldier is, en het dier niet veel wenst te worden aangeraakt?
- Heb je de voldoende ruimte voor het grote terrarium?
- Begrijp je dat je ze dagelijks moet verzorgen en dagelijks/elke 2 dagen moet voeren met een gevarieerd plantaardig en dierlijk dieet en levende insecten en je wekelijks schoonmaakwerk hebt?
- Heb je de tijd om het voer aan te kopen en te bereiden?
- Is er iemand die de blauwtongskink kan verzorgen als je op vakantie gaat?
- Heb je ongeveer 88 euro per maand over voor de voeding en verzorging?
Een blauwtongskink koop je bij een kweker, een dierenwinkel of een gespecialiseerd opvangcentrum. Het is aan te raden bij meerdere kwekers te gaan kijken voor je een blauwtongskink koopt. Zo kun je direct zien wat er allemaal komt kijken bij het houden van het dier. Kies een verkoper bij wie de dieren er gezond uitzien, het terrarium en water proper zijn, het dier veel schuilplekken en een zonneplek heeft en er voldoende ruimte is in het verblijf. Als je bij een erkende kweker koopt, dan is de consumentenwetgeving van toepassing en heb je een wettelijke garantie op de gezondheid van de dieren.
Vergewis je ervan een blauwtongskinkensoort te kopen die je in Vlaanderen als huisdier mag houden. Er zijn namelijk zeven soorten van het geslacht Tiliqua gekend waarvan er in Vlaanderen drie als huisdier mogen worden gehouden. Meer info: Positieve lijst reptielen (96.55 KB) "pdf".
Wees kritisch en durf vragen te stellen. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Koop enkel een dier dat mag worden verhandeld en gehouden in Vlaanderen. Koop geen zwakke of zieke dieren, want zo hou je foutieve handel in stand. Kijk goed of de dieren geen verwondingen of vervormingen hebben. Als je verwaarloosde dieren opmerkt, dan kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn op het Meldpunt verwaarloosde of mishandelde dieren.
Voordat je de blauwtongskink mee naar huis neemt, moet het terrarium in orde zijn, zodat het warm is en klaar voor de komst van het dier. Na de aankoop moet het dier een aantal dagen wennen aan de nieuwe situatie. Geef het dier die rust, want dit is een stresserende periode. Na een week kan je meer toenadering zoeken.
De aankoopprijs van een blauwtongskink gaat van 100 tot 300 euro of hoger, afhankelijk van de soort en/of ondersoort en de leeftijd.
De aankoop van een terrarium en het meeste toebehoren is een eenmalige investering. Richtprijzen kan je hier vinden.
Maandelijks kost een blauwtongskink ongeveer 88 euro voor levend voer, plantaardig en ander dierlijk voer, voedingssupplementen, bodembedekking, elektriciteit en water. Als het dier ziek wordt of je wil kweken, kunnen de kosten hoog oplopen.
Wat kost een blauwtongskink jaarlijks?
Jaarlijkse kosten | Bedrag |
---|---|
Bodembedekking | 150 euro |
Uv-lampen | 60 euro |
Warmtelampen | 20 euro |
Levend voer, plantaardig en ander dierlijk voer, mineralen en vitaminen | 500 euro |
Elektriciteit en water | 320 euro |
Totaal | 1050 euro |
Een volwassen dier heeft een terrarium nodig van minimaal 90 x 45 x 45 cm (lengte x breedte x hoogte). Hoe groter het terrarium, hoe beter je voldoet aan de behoeftes van je dier. Blauwtongskinken hebben korte poten en kunnen niet goed klimmen, dus voor deze dieren is een groot grondoppervlak belangrijk. Een goed sluitende overkapping voorkomt dat het dier zich aan de rand optrekt en ontsnapt.
Plaats het terrarium op een stevige ondergrond en op een rustige plaats. Trillingen kunnen voor stress zorgen. Voorzie een ondoorzichtige achterwand in het terrarium, dan voelt het dier zich beschut en veilig.
In het terrarium moeten de volgende zaken aanwezig zijn:
- een zonneplaats op lage boomstammen of vlakke rotsen met een uv- en warmtelamp erboven
- een koelere plek met grote boomstammen of vlakke rotsen
- een schuilplaats op een warme én een op een koele plek
- een thermometer
- voldoende loop- en graafruimte
- een plantenspuit
- overweeg voor de reuzeblauwtongskink, die van oorsprong uit vochtigere gebieden komt, een hygrometer om de luchtvochtigheid te controleren
- een ondiep waterbad en waterschaal
Gezelschap
Blauwtongskinken zijn solitair levende dieren en bovendien zeer territoriaal, het is daarom niet aangeraden meerdere dieren samen in een terrarium te houden.
Bodembedekking & inrichting
Als bodembedekking is gecomposteerde kokosvezel of orchideeënaarde geschikt. De dieren durven weleens het substraat oppikken als ze een prooi vangen, dus fijne bodembedekkers zoals fijn zand of houtschaafsel zijn niet aangeraden. Hou de bodem droog en proper - vooral rond het waterbad - want deze kan gaan schimmelen. Bodembedekking met scherpe randen zoals grint of schelpenzand is ook niet geschikt. Gebruik geen dennenboom- en cederhoutkrullen of krantenpapier, want die zijn giftig. Een dikke laag van minimaal 20 cm bodembedekking is ideaal want deze dieren houden van graven.
Plaats lage platte rotsen en boomstammen zodat er schuil- en ligplaatsen ontstaan. Zet zware stenen en rotsen altijd direct op de bodem van het terrarium, nooit op de bodembedekking. Zo voorkom je dat de stenen kantelen als het dier in de bodembedekking graaft, en voorkom je dat het dier gewond raakt. Omdat de dieren niet zo goed kunnen klimmen, voorzie je lage “opstapmogelijkheden” zodat ze een iets hoger gelegen plek zoals op een rots kunnen bereiken. Een blauwtongskink heeft een gevarieerd ingericht verblijf nodig met veel vloerruimte. Besteed veel aandacht aan schuilplekken en de zonneplek. Hou er rekening mee dat de elementen in het terrarium het gewicht van de volwassen hagedis moeten kunnen dragen.
Met een horizontaal geplaatst stuk hout of een platte steen onder de warmte- en lichtbron kan het dier zelf bepalen hoe dicht het bij de lamp zit. Voorzie een extra hol of een beschutte kuil met licht vochtig graafmateriaal, zoals mos of kokosvezel want daar vindt het dier verkoeling. Jonge dieren hebben veel van dergelijke schuilplekken nodig.
Temperatuur
Afhankelijk van de herkomst van de soort hebben de dieren een andere temperatuurbehoefte: raadpleeg hiervoor een dierenarts met kennis van reptielen of een ervaren kenner van je blauwtongskinksoort. In het algemeen moet ’s nachts de temperatuur boven 23 °C blijven, ideaal is dit 25 °C en overdag mag die oplopen tot 28 à 29 °C in de koude delen van het terrarium. Met een tijdklok kan je de temperatuur ’s nachts aanpassen. Op de zonneplaats moet de temperatuur oplopen tot 35 °C. Een thermometer in het terrarium is noodzakelijk, zodat je de minimum- en maximumtemperatuur goed kan opvolgen. Om oververhitting te voorkomen plaats je een terrarium nooit volledig in direct zonlicht.
Water en luchtvochtigheid
Afhankelijk van hun oorspronkelijke leefgebied, zoals droge, schrale gebieden of tropische bossen, hebben blauwtongskinken behoefte aan een bepaald klimaat. Voor de reuzeblauwtongskink die van nature in een relatief vochtige omgeving leeft, moet de luchtvochtigheid tussen 60 tot 80% blijven. Een te hoge luchtvochtigheid kan echter infecties in de hand werken, en met een hygrometer kan je de luchtvochtigheid controleren. Besproei de reuzeblauwtongskink meermaals per dag met water uit de plantenspuit, bij voorkeur op de warmste tijdstippen van de dag, om de juiste luchtvochtigheid in het terrarium te behouden en uitdroging te voorkomen. Door de bodembedekking te bevochtigen, de ventilatie te verminderen, vochthoudend mos op de bodem te leggen of het dier een vochtig hol te geven kan je de luchtvochtigheid in het terrarium verhogen en het vervellen vergemakkelijken.
Voor de gewone blauwtongskink en de pijnappelskink moet de luchtvochtigheid permanent tussen 40 en 60% blijven. Bevochtig het terrarium en de dieren meerdere malen per week, bij voorkeur op de warmste tijdstippen van de dag, met water uit een plantenspuit.
Voorzie een ondiepe drinkbak en een groot en gemakkelijk te reinigen waterbad dat permanent in de warme zone van het terrarium staat. Het bad moet zo groot zijn dat de blauwtongskink er helemaal in past en het moet zwaar genoeg zijn zodat de grote hagedis het niet kan omwerpen. Zorg ervoor dat het dier niet kan verdrinken en dat het gemakkelijk uit het bad kan komen. De blauwtongskink ontlast soms in het water, controleer daarom het bad dagelijks. Reinig het bad en ververs het water als het is vervuild. Ververs het water minstens 3 maal per week.
Uv- en warmtelamp
Een blauwtongskink is vooral actief tijdens de dag en besteedt veel tijd aan zonnebaden. Daarom is een lichtbron zoals een uv-lamp onmisbaar voor de gezondheid van het dier. Met name uv-B-licht is cruciaal voor de aanmaak van vitamine D3. De uv-lamp en warmtelamp moeten, afhankelijk van het type lamp, van op 20 tot 30 cm rechtstreeks op de lokale zonneplaats van het dier schijnen. De afstand is echter afhankelijk van het type lamp en de wattage, volg dus steeds de aanwijzingen in de bijsluiter.
Ideaal zijn er meerdere niveaus onder de lamp of voorzie je een lange, horizontaal geplaatste platte steen of boomstam, zodat het dier dichter of verder van de lamp kan gaan zitten. Om te weten of er voldoende uv-licht is, kan je een uv-spectrummeter gebruiken of de uv-lamp tijdig vervangen zoals is voorgeschreven in de bijsluiter. Glas en plastic houden uv-straling tegen. Terrariums met roosters laten wel uv-licht door van de lamp die erboven geplaatst wordt of van het zonlicht. Een rooster wordt ook gebruikt omdat het dier dan niet bij de lamp kan komen en zich niet kan verbranden.
Het belangrijkste is dat het dier zich niet rechtstreeks of onrechtstreeks kan verbranden: er moet absoluut vermeden worden dat de blauwtongskink bij een warmte- of lichtelement kan komen. Daarom worden lampen best in een afzonderlijk compartiment van het terrarium geplaatst, bijvoorbeeld door middel van een rooster dat je aanbrengt tussen de leefruimte en het lampgedeelte. Voorzie daarnaast zeker schuilplekken op een warme én koele plaats, waar de blauwtongskink beschutting kan vinden voor het licht en/of warmte.
Meerder uv-lampen zijn mogelijk noodzakelijk, want de blauwtongskink kan tot 60 cm groot kan worden en zijn volledige lichaam moet beschenen worden. Een grote warmtelamp met een diameter van 25 cm of een rij van enkele kleinere warmtelampen volstaat. Hete stenen of een warmtemat zijn niet geschikt voor de blauwtongskink. Het dier kan de warmte van onderaf niet goed inschatten en het risico bestaat dat het zich verbrandt of uitdroogt wanneer dergelijke verwarmingselementen gebruikt worden.
Dagelijks lichtritme en seizoenen
Blauwtongskinken hebben tijdens de zomermaanden elke dag 12 uren licht en 12 uren duisternis nodig. Met een tijdklok kan je het aantal lichturen per dag nauwkeurig regelen.
Blauwtongskinken gaan in natuurlijke omstandigheden in winterslaap wanneer de temperatuur in hun natuurlijk leefgebied daalt. Voor deze blauwtongskinkensoorten in gevangenschap is het aangeraden om deze omstandigheden na te bootsen als je wilt kweken en op voorwaarde dat ze gezond zijn. Het is belangrijk dat het dier in optimale conditie is voor het in winterslaap gaat. Tijdens de winterslaap zal het dier vertragen en minder eten. De temperatuur en lichturen moeten geleidelijk verminderd worden, een delicaat proces waarvoor je vooraf beter ten rade gaat bij kenners van de diersoort, een dierenarts met kennis van reptielen of de handelaar waarvan je de dieren hebt gekocht. Voor een blauwtongskinkensoort (voor soorten uit Papoea-New-Guinea) die van oorsprong uit gebieden met gelijkmatig tropisch klimaat komt (weinig temperatuurschommelingen, zomer en winter nagenoeg hetzelfde aantal lichturen per dag), hoef je geen winterslaap te voorzien.
Verrijking
Door nieuwe prikkels te geven stimuleer je het dier en doorbreek je zijn dagelijkse routine. Verrijking kan bijvoorbeeld bestaan uit het variëren van schuil- en ligmogelijkheden. Maak slim gebruik van de beschikbare ruimte om het terrarium complexer te maken. Als het dier een goed verblijf heeft, dan zal het zich beter ontwikkelen en actiever zijn. Activeer het voedselzoekgedrag door voedselverrijking aan te bieden in de vorm van druiven (laten rollen) of door een stukje fruit in het verblijf te verstoppen, of door op een niet al te hoge plek tijdelijk een bundel groentebladeren te hangen.
De blauwtongskink is vrij meegaand van aard, dus het dier af en toe in huis laten wandelen behoort eventueel tot de mogelijkheden en geeft het dier de mogelijkheid een andere omgeving te onderzoeken en dit kan voor afwisseling en beweging zorgen. Creëer een veilige omgeving (zonder andere huisdieren, bescherming tegen roofdieren, openingen, spleten ofwel ontsnappingsmogelijkheden) en forceer dit niet. Zorg ervoor dat het dier zelfstandig in en uit het terrarium kan, zodat het op tijd weer de rust en warmte kan opzoeken. Bovendien kan het tijdens hete zomerdagen bij temperaturen van 23 à 25 °C en meer en tijdens de zonnigste uren in een buitenverblijf worden gehouden. Hou er dan rekening mee dat het dier goed kan graven, en voorkom dat het ontsnapt door de afsluiting minstens 60 cm diep in de grond in te graven.
Verdiep je in de kenmerken van zijn natuurlijke omgeving om nog meer te kunnen inspelen op de behoeften en interesses van je dier. Meer info: soorten terraria. Let goed op wat het dier prettig vindt, want ieder dier is uniek. Het is een goed teken als het onderzoekend en nieuwsgierig is. Kijk elke dag naar het dier om zijn gedrag en behoeftes te leren kennen. Een passief dier dat weinig gebruik maakt van de ruimte, is mogelijk ziek of geeft aan dat de omgeving niet goed voldoet of te koud is. Naar manieren zoeken om het leven van je dier te verrijken is leuk, zowel voor mens als dier!
Blauwtongskinken zijn omnivoren en eten zowel plantaardig als dierlijk voeder. Jonge dieren eten 50% verse groenten en 50% dierlijk voeder. Volwassen dieren eten 60% plantaardig en 40% dierlijk voeder. Probeer het dier zo gevarieerd mogelijk te voeren met plantaardig materiaal zoals (blad)groenten (andijvie, paksoi, Chinese kool...), verse kruiden (o.a. paardenbloemen zijn geschikt). Als dierlijk voer zijn levende niet-vette insecten en wormen zoals sprinkhanen, dubia’s, wasmotlarven of slakken en af een toe een pinky (babymuis) aangeraden. Huisjesslakken eten ze erg graag en zijn gezond. Voer de blauwtongskink bij voorkeur ’s ochtends of ‘s middags en verwijder kort na het voeren de overlevende insecten of voorzie voedsel voor de insecten.
Was de groenten vooraf goed en droog ze voor het geven. Pesticiden kunnen de blauwtongskink ziek maken. Verzamel slakken en regenwormen dus liever niet zelf, maar koop de voederdieren aan in een gespecialiseerde winkel. Naast bladgroenten kunnen ook komkommer en fruit zoals banaan, druif of kiwi gegeven worden, eventueel voor het trainen of als voedselverrijking, maar overdrijf hierin niet.
Bekijk de mate van vervetting, energie en groei om de voeding aan te passen. Blauwtongskinken hebben een goede eetlust en kunnen te dik worden. Ze slaan vet op in hun staart. Hoe dikker de staart, hoe beter de conditie is van het dier. Hun botten mogen niet uitsteken (dan zijn ze te mager) en de dieren moeten voldoende actief zijn. Pas de voeding aan (kleinere porties) bij te dikke dieren en geef ze meer beweging. Wasmotten en meelwormen zijn iets vetter voer en voer je met mate om vervetting te voorkomen. Sprinkhanen geven minder risico op vervetting en mogen daarom altijd gegeven worden.
Tot de leeftijd van 1 jaar voer je jonge dieren dagelijks. Normaal volstaat een voederbeurt om de 2 dagen voor een volwassen blauwtongskink. Het dier geeft mogelijk aan dat het honger heeft door je handen en beweging te volgen, vaak met een opengesperde bek en gespannen lichaam. Zie je dit gedrag vaak en is het dier niet te dik, dan moet hij elke dag gevoerd worden. Daarentegen zijn sommige andere individuen moeilijke eters, met een sterke voor- of afkeur voor een bepaald voer. Als het dier het groenvoer niet wil eten, dan kan het versneden onder het dierlijk voer gemengd worden. Bepoeder het voer om de vier à vijf voederbeurten met calciumpoeder en een maal per week met het vitaminepoeder.
Wat voer je een volwassen blauwtongskink?
Altijd | Met mate voeren | Niet voeren |
---|---|---|
Plantaardig: bladgroenten, verse kruiden | Vette insecten en wormen: meelwormen... | Zeevruchten of vis |
Dierlijk: insecten, wormen, slakken | Pinky (babymuis) | Champignons, mais, wortels, bloemkool, broccoli, spinazie, sla, kool, bonen |
Om de 4 à 5 voederbeurten: calciumpoeder | Fruit: bessen, kersen, vijgen, perzik, banaan, kiwi... | Chocolade |
Wekelijks: vitaminepoeder | Avocado | |
Komkommer | Citrusvruchten |
Dagelijks
- Verwijder de uitwerpselen
- Verwijder voederresten van fruit, groenten, dierlijk voer en dode insecten en overlevende insecten of voorzie voedsel voor de levende insecten
- Geef vers voer, elke 2 dagen voor een volwassen dier, en kijk hoeveel er gegeten is
- Ververs het water in het waterbad
- Vervang vuile of te natte bodembedekking, vooral rond het waterbad
- Bekijk of de blauwtongskink er gezond uitziet en zich normaal gedraagt
- Controleer de temperatuur, de luchtvochtigheid en de werking van de uv- en warmtelamp en eventueel de watervernevelaar
Minstens één keer per week
- Reinig indien nodig de schuilplekken, takken en rotsen met een vochtige hete doek
- Gebruik waar nodig nieuwe propere bodembedekking
- Reinig en ontsmet het waterbad en vul het met vers water
Een paar maal per jaar
- Reinig het terrarium volledig
- Plaats het dier hiervoor in een tijdelijk onderkomen
- Verwijder alle attributen en de bodembedekking
- Reinig en ontsmet het terrarium en de attributen grondig met een oplossing van koud water en 10% javel (100 ml/1 liter water). Spoel goed na met zuiver water om javelresten te verwijderen. Laat alles goed drogen en voeg nieuw substraat toe.
Kijk uit naar een dierenarts die ervaring heeft met reptielen voor je de dieren koopt. Gezonde blauwtongskinken staan sterk op hun poten, hebben een goed gevulde buik en staart, heldere ogen, propere neus en een egale huid met heldere kleur. Afwijkingen in gedrag, uitwerpselen, ademhaling of verkleuringen kunnen op ziektes wijzen. Contacteer bij twijfel altijd een dierenarts.
De meest voorkomende gezondheidsproblemen bij blauwtongskinken zijn:
• Metabolic Bone Disease (MBD)
Symptomen: vertraagde groei, vergroeiingen, zwakke botten en verdikte gewrichten, vaak aan het kaakgewricht, verlamming, incontinentie of constipatie .
MBD komt voor bij zowel dieren in de groei als bij volwassen dieren. Bij dieren in de groei wordt het ook wel rachitis genoemd. Het ontstaat door een tekort aan uv B-straling, die nodig is voor een goede opname van calcium. Calciumrijke voeding en goede uv B-lampen zijn absoluut noodzakelijk om de aandoening te voorkomen.
• Inwendige parasieten bv. wormen, flagellaten, coccidia
Symptomen: lusteloosheid, verminderde eetlust veranderingen in de ontlasting, die soms donkerder of bloederig kan zijn.
De symptomen zijn niet altijd duidelijk en beperken zich vaak tot algehele lusteloosheid en conditievermindering. Laat bij twijfel en sowieso om de 6 maanden een mestonderzoek uitvoeren. Raadpleeg je dierenarts voor geschikte anti-parasitaire middelen.
• Uitwendige parasieten bv. bloedzuigende mijten en schimmels
Symptomen: jeuk, irritatie en soms verkleuring van de huid.
Bekijk goed de tenen en oogranden. Contacteer steeds je dierenarts voor een correcte diagnose en behandeling.
• Onvolledig vervellen
Symptomen: vervellingen zijn onvolledig of duren lang, vaak constrictie van de huid aan de tenen, nagels, oogleden en bek.
Een lauwwarm waterbad kan uitkomst bieden, dit weekt de oude huid los. Trek nooit zelf de vervellingsresten los en raadpleeg indien nodig een dierenarts voor het diagnosticeren van een onderliggende oorzaak zoals vitamine A tekort, parasieten, slechte voeding, te droge lucht...
• Constipatie
Symptomen: weinig of geen mest, weinig eetlust, lusteloos.
Verkeerde voeding, een te koude omgeving of te weinig vochtopname kunnen constipatie veroorzaken. Een lauwwarm waterbad kan de spijsvertering weer op gang te brengen.
• Obesitas
Symptomen: te dikke staart, vetophoping op de buik.
De blauwtongskink wordt snel te dik en dit kan leiden tot andere aandoeningen zoals leververvetting. Voer het te dikke dier kleine porties of maar twee tot drie per week, geef in dat geval ook geen vette insecten zoals meelwormen en zorg ervoor dat het dier meer beweging krijgt.
• Leververvetting/anorexia
Symptomen: sterk vermageren, niet eten, algehele lusteloosheid.
Contacteer de dierenarts, een intensieve behandeling gedurende enkele weken is nodig. Preventief kan je dit voorkomen door het dier niet te laten vervetten (niet overvoeren!).
• Afwijkend gedrag
Symptomen: stereotiep gedrag, vluchtgedrag zoals wegrennen of duwen en krabben aan de glazen wanden, veel bewegen of juist extreem weinig bewegen, apathie. Mogelijk wordt het dier door hormonale veranderingen in het paarseizoen overactief. In andere gevallen heeft het dier last van stress. Stress kost energie en hierdoor kan het zijn dat het dier langduriger de warmte opzoekt. Raadpleeg je dierenarts om medische oorzaken uit te sluiten. Verbeter de omgeving en voorkom stress.