Kettingslangen zijn reptielen die je in een terrarium houdt. Kennis van de behoeften van het dier en technische kennis van terraria zijn belangrijk. De kettingslang is wegens haar grootte geschikt voor een beginnend slangenhouder, maar tevens erg actief en soms nerveus of defensief. Kettingslangen zijn geen knuffeldieren, door de mooie kleurvariaties zijn het wel prachtige kijkdieren die bovendien vooral overdag actief zijn. Bedenk waarom je een kettingslang als huisdier wilt en of het dier aan die verwachtingen kan voldoen.
De volgende vragen helpen je over de aankoop van een kettingslang na te denken:
- Kettingslangen kunnen tot 25 jaar oud worden, kan je er gedurende deze hele periode voor zorgen?
- Begrijp je dat het geen knuffeldier is en dat slangen niet aangeraakt willen worden?
- Heb je genoeg ruimte voor het grote terrarium?
- Begrijp je dat je ze dagelijks moet verzorgen en wekelijks moet voeren met dode dieren?
- Heb je de tijd om het voer aan te kopen en te bereiden?
- Is er iemand die de kettingslang kan verzorgen als je op vakantie gaat?
- Heb je ongeveer 39 euro per maand per dier over voor de voeding en verzorging?
Hou er rekening mee dat van de 24 soorten van het geslacht Lampropeltis (kettingslangen) er in Vlaanderen slechts 15 gehouden mogen worden als huisdier. Voor de aankoop of adoptie kan je het best informeren bij meerdere specialistische opvangcentra, dierenwinkels of kwekers. Het is aan te raden bij meerdere kwekers te gaan kijken voor je een kettingslang koopt. Zo kun je direct zien wat er allemaal komt kijken bij het houden van de dieren. Kies een verkoper bij wie de dieren er gezond uitzien, het terrarium en water proper zijn, het dier veel schuilplekken, klimmogelijkheden en een zonneplek heeft en er voldoende ruimte is in het verblijf. Als je bij een handelszaak koopt, dan is de consumentenwetgeving van toepassing en heb je een wettelijke garantie op de gezondheid van de dieren.
Vraag na of de dieren in gevangenschap gekweekt zijn. Opdat de wilde populaties zo min mogelijk zouden worden aangetast, gaat de voorkeur uit naar dieren die in gevangenschap gekweekt zijn. Ook hebben nakweekdieren die van jongs af aan door mensen verzorgd zijn minder stress en ze laten zich meestal gemakkelijk hanteren.
Wees kritisch en durf vragen te stellen. Als koper ben je verantwoordelijk voor een goede keuze. Koop geen zwakke of zieke dieren, want zo hou je foutieve handel in stand. Let goed op of de dieren geen verwondingen of vervormingen hebben. Als je verwaarloosde dieren opmerkt, dan kan je dit melden bij de Dienst Dierenwelzijn op het Meldpunt verwaarloosde of mishandelde dieren.
Voordat je de kettingslang mee naar huis neemt, moet het terrarium in orde zijn, zodat het warm is en klaar voor de komst van het dier. Na aankoop moet het dier een aantal weken wennen aan de nieuwe situatie. Geef het dier die rust, dit is een stresserende periode. Na een week kan je meer toenadering zoeken.
De aankoopprijs van een kettingslang varieert van 125 tot 185 euro, afhankelijk van de soort, leeftijd en kleur.
De aankoop van een terrarium en het meeste toebehoren is een eenmalige investering. Richtprijzen kan je hier vinden.
Maandelijks kost een kettingslang ongeveer 39 euro voor het voer, het vervangen van de warmtelamp, de bodembedekking, de elektriciteit en het water. Als het dier ziek wordt of je wil kweken, kunnen de kosten hoog oplopen.
Wat kost een kettingslang jaarlijks?
Jaarlijkse kosten | Bedrag |
---|---|
Warmtelampen | 20 euro |
Voerkosten | 200 euro |
Bodembedekking | 50 euro |
Elektriciteit en water | 200 euro |
Totaal | 470 euro |
Een volwassen dier heeft een terrarium nodig van minimaal 80 x 60 x 60 cm (lengte x breedte x hoogte). Hoe groter het terrarium, hoe beter je voldoet aan de behoeftes van je kettingslang. Voor jonge dieren moet gedurende de groei het formaat van het terrarium aangepast worden aan de grootte van het dier. Een té groot terrarium kan een jong dier stress bezorgen waardoor het stopt met eten. Kettingslangen zijn semi-boomlevend, dus voorzie zeker genoeg grondoppervlakte.
Door kleine roosters aan de bovenzijde van het terrarium kan er in een klein terrarium genoeg ventilatie zijn, maar voorkom tocht. Elk type terrarium heeft een deur waardoor het steeds volledig open kan om erin te werken en de binnenzijde van het raam is bereikbaar zonder dat je in bereik van het dier komt. Voorzie de deuren van een kind- en slangbestendig slot: er mag geen enkele mogelijkheid tot ontsnappen zijn.
Plaats het terrarium op een stevige ondergrond en op een rustige plaats. Trillingen kunnen voor stress zorgen. Voorzie een achterwand in het terrarium, dan voelt het dier zich beschut en veilig.
In het terrarium moeten aanwezig zijn:
- een zonneplaats op grote takken met een warmtelamp en optioneel een uv-lamp erboven
- een koelere plek met grote takken
- een schuilplaats op een warme en een op een koele plek
- een plantenspuit
- een hygrometer, om een luchtvochtigheid tot 30% te garanderen
- een thermometer
- een thermostaat voor temperatuurregeling
- een ondiepe waterschaal en af en toe een waterbad
Gezelschap
Alle kettingslangen zijn solitair en bovendien kannibalistisch, ze hebben de neiging kleinere soortgenoten te eten. Het is daarom niet aangeraden meerdere dieren (dezelfde of andere slangensoort) samen in een terrarium te houden.
Bodembedekking & inrichting
Als bodembedekker is een dunne laag gecomposteerde kokosvezel, orchideeënaarde, turf of houtschors aangeraden. De dieren durven weleens het substraat oppikken tijdens het vangen van een prooi, dus fijne bodembedekkers zoals zand of houtschaafsel zijn niet aangeraden. Hou de bodem droog en proper.
Kettingslangen zijn actief en leven eerder op of nabij de bodem dan in bomen. Ze hebben een voorkeur voor een gevarieerd ingericht verblijf met veel vloerruimte en enkele mogelijkheden tot klimmen en rusten in de hoogte. Minstens één gevorkte klimstok reikt van de bodem tot de bovenkant van het terrarium, een andere gevorkte klimstok wordt over de hele lengte horizontaal opgehangen. Minstens één klimstok wordt onder een warmtebron geplaatst, zodat het dier zelf kan bepalen hoe dicht het tegen de lamp zit. Plaats de warmtebron in een afzonderlijk compartiment van het terrarium om te vermijden dat de slang tegen of rond het warmte element kan gaan liggen. Zorg met rotspartijen en stenen voor schuilplaatsen op de bodem.
Spendeer veel aandacht aan deze schuilplekken, zowel in de hoogte als op de bodem. Voor de inrichting kan een grote bloempot gebruikt worden, maar in de reptielenhandel zijn ook speciaal ontworpen holle boomstammen te koop. Maak de schuilplekken groot genoeg zodat de slang er opgerold helemaal in past. Om esthetische redenen kunnen niet-giftige planten een mooie aanvulling zijn. Wegens de lage luchtvochtigheid die de slang vereist, zijn grassoorten een goede optie. Daarnaast helpen ruwe materialen zoals drijfhout of kurkschors het dier bij het vervellen. Uit veiligheidsoverwegingen is het aanbevolen om het terrarium niet te vol te maken en overzichtelijk te houden.
Zet zware elementen zoals stenen, bloempotten, takken of planten altijd rechtstreeks op de bodem van het terrarium, nooit op de bodembedekking. Zo voorkom je dat deze gaan kantelen en voorkom je dat het dier gewond geraakt.
Temperatuur
Bekijk per soort wat de ideale dag- en nachttemperatuur is. Bij de meeste soorten moet ’s nachts de temperatuur boven 18 °C blijven. Overdag mag die oplopen tot minimaal 24 tot 28 °C in de koude delen van het terrarium. Met een tijdklok kan je de temperatuur ’s nachts aanpassen. Op de zonneplaats moet de temperatuur oplopen tot 31 à 32 °C. Een thermometer in het terrarium is noodzakelijk, zodat je de minimum- en maximumtemperatuur goed kan opvolgen, maar beter is een thermostaat te gebruiken in functie van temperatuurcontrole. Om oververhitting te voorkomen plaats je een terrarium nooit volledig in direct zonlicht.
Water en luchtvochtigheid
Voorzie een ondiepe drinkbak met water dat permanent in de warme zone van het terrarium staat. Voorzie af en toe en kortstondig een waterbad met vers water, veel slangen baden immers voordat ze gaan vervellen. Het bad moet gemakkelijk te reinigen zijn en zo groot zijn dat de slang er helemaal in past. Te weinig water in het terrarium kan voor uitdroging en constipatie zorgen. Zorg ervoor dat het dier niet kan verdrinken en dat het gemakkelijk uit het bad kan komen. Het waterbad en de drinkbak moet zwaar genoeg zijn zodat de slang het niet kan omwerpen. Ververs het water dagelijks.
Voor de kettingslang die van nature in een relatief droge omgeving leeft, moet in het terrarium een luchtvochtigheid tot 30% aangehouden worden. Een te hoge luchtvochtigheid kan infecties in de hand werken, en met een hygrometer kan je de luchtvochtigheid controleren. Besproei het dier dagelijks met water uit een plantenspuit bij voorkeur op het warmste tijdstip van de dag om de juiste luchtvochtigheid in het terrarium te behouden en uitdroging, vooral tijdens het vervellen, te voorkomen.
Uv- en warmtelamp
Een lichtbron met uv-licht is optioneel, mits een volwaardig dieet met voedseldieren van goede kwaliteit wordt voorzien. Om te weten of er voldoende uv-licht is, kan je een uv-spectrummeter gebruiken of de uv-lamp tijdig vervangen zoals is voorgeschreven in de bijsluiter. Glas en plastic houden uv-straling tegen. Terrariums met roosters laten wel uv-licht door van de lamp die erboven geplaatst wordt of van het zonlicht. Een rooster wordt ook gebruikt omdat het dier dan niet bij de lamp kan komen en zich niet kan verbranden.
Voorzie in het terrarium zeker een warmtelamp waaronder de slang zich kan koesteren aan de warmte. De lamp moet, afhankelijk van het type lamp, van op 20 tot 30 cm rechtstreeks op de lokale zonneplaats van het dier schijnen. De afstand is echter mede afhankelijk van het type lamp en de wattage, volg dus steeds de aanwijzingen uit de bijsluiter. Ideaal zijn er meerdere niveaus onder de lamp, zodat het dier dichter of verder van de lamp kan gaan zitten.
Belangrijkst is dat het dier zich niet rechtstreeks of onrechtstreeks kan verbranden: er moet absoluut vermeden worden dat de slang tegen of rond een warmte element kan gaan liggen. Daarom worden lampen best in een afzonderlijk compartiment van het terrarium geplaatst, bijvoorbeeld door middel van een rooster aan te brengen tussen leefruimte en lampgedeelte. Voorzie daarnaast zeker zeer veel schuilplekken waar de slang beschutting kan vinden voor het licht. Warmtestenen zijn niet geschikt, want het dier loopt bij het gebruik van dergelijke verwarmingselementen het gevaar zich te verbranden of uit te drogen.
Dagelijks lichtritme en seizoenen
Kettingslangen hebben elke dag 12 uren licht en 12 uren duisternis nodig. Met timers op alle licht- en warmtebronnen kan je dit automatisch regelen. Je hoeft geen seizoenen na te bootsen bij soorten uit (sub)tropische gebieden.
Sommige kettingslangsoorten uit gematigde gebieden gaan in natuurlijke omstandigheden in winterslaap en voor deze soorten moeten gelijkaardige omstandigheden worden nabootst. Vraag vooraf advies aan een ervaren kweker, kenner van de diersoort of een dierenarts gespecialiseerd in reptielen.
Verrijking
Door nieuwe prikkels te geven stimuleer je het dier en doorbreek je zijn dagelijkse routine. Verrijking kan bijvoorbeeld bestaan uit het variëren van klimmogelijkheden of schuilmogelijkheden. Maak slim gebruik van de beschikbare ruimte om het terrarium complexer te maken. Voorzie bijvoorbeeld beklimbare en toegankelijke plekken op verschillende hoogtes of herschik de rotspartijen. Als het dier een goed verblijf heeft, zal het zich beter ontwikkelen en actiever zijn.
Verdiep je in de kenmerken van zijn natuurlijke omgeving om nog meer tegemoet te komen aan de behoeften en interesses van je dier. Let goed op wat het dier prettig vindt, want ieder dier is uniek. Het is een goed teken als het onderzoekend en nieuwsgierig is. Kijk dagelijks naar het dier om zijn gedrag en behoeftes te leren kennen. Een passief dier dat weinig gebruik maakt van de ruimte, is mogelijk ziek of geeft aan dat de omgeving niet goed voldoet of te koud is. Naar manieren zoeken om het leven van je dier te verrijken is leuk, zowel voor mens als dier!
Een kettingslang eet kleine knaagdieren zoals muizen en kleine ratten en eendagskuikens van excellente kwaliteit. Dode prooidieren zijn standaard, slechts in uitzonderlijke gevallen leert een slang nooit om dode prooien te accepteren. Om praktische redenen én voor de veiligheid van jezelf en de slang, kan je beter het dier laten wennen aan het eten van dode prooien. Dode dieren worden ingevroren aangekocht en moeten vooraf op 36 à 37 °C worden gebracht. Bevroren prooidieren ontdooien niet goed in de microgolfoven, ontdooi dus nooit prooidieren met de microgolfoven. Prooidieren moeten onmiddellijk na het ontdooien aangeboden en gegeten worden.
Voeder de slang overdag en geef de prooi met een voederstok en nooit met de hand. Je kan de prooi ook gewoon in het terrarium plaatsen. Het is aangeraden het voederritueel steeds op dezelfde manier uit te voeren, zodat het dier leert dat dit het enige moment is dat het mag bijten. Om te voorkomen dat de slang bodembedekking mee opeet, kan een voederplank worden voorzien. Afhankelijk van de grootte van de prooi, voer je de slang een- of tweemaal per week. Jonge slangen eten frequenter dan volwassenen. Start met een of twee pinky’s (haarloze babymuis) en vergroot de porties naarmate het dier volwassen wordt tot drie volwassen muizen of babyratten. Eens volwassen kan je aan een grotere soort of individu ook kleine ratten voeren.
De prooi moet op de afmeting van de slang afgestemd worden, anders bestaat de kans dat het dier zijn voedsel weer ophaalt en uitspuwt. Dit kan ook gebeuren als je de slang te veel stoort tijdens het eten of hanteert na het voeren. Het is beter om deze situaties te vermijden en de slang na het eten minstens een dag met rust te laten. Kettingslangen zijn gretige eters, maar kunnen soms stoppen met eten, controleer in dat geval de omgevingsnormen zoals temperatuur en luchtvochtigheid. Als het vasten voor langere tijd aanhoudt, moet je contact opnemen met een gespecialiseerde dierenarts.
Dagelijks
- Verwijder de uitwerpselen
- Bekijk of de slang er gezond uitziet en zich normaal gedraagt
- Controleer de temperatuur, luchtvochtigheid, werking van de warmtelamp en eventueel de uv-lamp (die laatste is optioneel)
- Besproei het terrarium zoveel als nodig is om de juiste luchtvochtigheid aan te houden en vooral tijdens het vervellen met water uit een plantenspuit
- Vervang te natte bodembedekking, Verwijder vuile bodembedekking en strooi waar nodig nieuwe. Laat alles goed drogen en voeg nieuw substraat toe
- Reinig de waterschaal en indien aanwezig, het waterbad en geef vers drinkwater
Een paar maal per jaar
- Reinig het terrarium volledig
- Plaats het dier hiervoor in een tijdelijk onderkomen
- Verwijder alle attributen en bodembedekking
- Reinig en ontsmet het terrarium en de attributen grondig met een oplossing van koud water en 10% javel (100 ml/1 liter water). Spoel goed na met zuiver water om javelresten te verwijderen. Laat alles goed drogen en voeg nieuw substraat toe.
Kijk voor de aankoop van een dier uit naar een dierenarts die ervaring heeft met reptielen.
Een gezonde slang:
- voelt krachtig aan en is dus niet slap of gezwollen. Een goed gevoede slang is strak en gespierd, en losse huidplooien zijn tekenen van ondervoeding. Een dier waarvan de huid tussen de schubben zichtbaar is, is te dik
- heeft een ronde rug met een licht zichtbare richel
- beweegt veel en snel met zijn tong
- heeft egale, goed aansluitende schubben zonder resten vel - kijk regelmatig of de vervelling wel volledig is gebeurd
- heeft een goed gesloten bek
Verder moet het dier alert zijn, heeft het heldere ogen en een schone neus en cloaca. Een gezonde slang rust meestal in een opgerolde houding, wanneer het dier languit rust is er iets mis. Afwijkingen in gedrag, uitwerpselen, ademhaling of verkleuringen kunnen op ziektes wijzen. Contacteer bij twijfel altijd een dierenarts!
Veel voorkomende gezondheidsproblemen bij kettingslangen zijn:
• Dermatitis of schubrot
Symptomen: verkleuring van de schubben, later: waterige blaren die gaan infecteren.
Deze conditie komt voor bij dieren die gehouden worden bij een slecht klimaat in het terrarium of onvoldoende hygiëne. De geïnfecteerde blaren kunnen aanleiding geven tot o.a. bloedvergiftiging met de dood tot gevolg. Raadpleeg bij de eerste tekenen een dierenarts voor een behandeling en verander de huisvesting naar optimale condities voor het dier.
• Mondrot of stomatitis
Symptomen: gezwollen slijmvlies en etter rond de tanden, loskomende tanden, moeilijk eten.
Wordt veroorzaakt door slechte hygiëne of een secundaire aandoening. Contacteer de dierenarts.
• Luchtwegenklachten
Symptomen: lustloosheid, opgeblazen lichaam, onrustige of snelle ademhaling, reutelende geluiden, geopende bek, niet eten, vermageren, slijmen in de bek, soms niezen.
Deze klachten worden veroorzaakt door slechte huisvestingscondities. Corrigeer deze en ga naar de dierenarts.
• Maag- en darmklachten
Symptomen: opgeven van het voedsel, vermageren, gewichtsverlies, niet eten, braken en slecht uitziende en ruikende mest.
Dit kan veroorzaakt worden door ziekte of stress of wanneer het dier net na het eten opgepakt wordt, maar is veelal parasitair (bv. wormen, flagellaten, cryptosporidiose).
Monitor je dier en laat het na het opgeven van voedsel een week met rust. Als het dier na het aanbieden van een nieuw prooidier opnieuw zijn voedsel opgeeft, ga er dan mee naar de dierenarts. Laat halfjaarlijks een mestonderzoek (controleren op parasieten) doen, zo kan de dierenarts wanneer nodig medicatie geven.
• Problemen bij het vervellen
Symptomen: vervellen in stukken, onvolledige vervelling aan de oogkappen, infecties bij niet-vervelde delen.
Een gezonde slang vervelt in een stuk. Slangen vervellen door zich tegen ruwe voorwerpen te schuren en zich dan door middel van spiersamentrekkingen van de huid te ontdoen. Door stress (bv. bij nieuwe dieren), te lage luchtvochtigheid of onvoldoende ruwe oppervlaktes kunnen delen van de huid aan de slang blijven hangen. Verwijder deze door de kettingslang in een lauwwarm bad te laten weken en ze voorzichtig met de hand te verwijderen. Controleer de oogkappen en wrijf zacht met een wattenstaafje om het vel daar te verwijderen. Voorkom dit in de toekomst door de luchtvochtigheid te verhogen en een proper waterbad in het warmste deel van het terrarium te voorzien.
• Uitwendige parasieten bv. bloedzuigende mijten
Symptomen: vermageren, meer schuren en baden, zichtbare zwarte stippen (dode mijten) in het water, algehele lusteloosheid.
Zowel het dier als zijn huisvesting moeten worden behandeld.