Buffels zijn dieren die een stal en behoorlijk veel buitenruimte nodig hebben. Enige kennis van buffels is nodig om de dieren goed te verzorgen en hanteren. Heb je er weinig ervaring mee, informeer je dan zeker bij ervaren eigenaars.
De volgende vragen helpen je om te bedenken of het houden van buffels bij je past:
- Runderen kunnen 30 jaar oud worden, kan je er zolang voor zorgen?
- Heb je de ruimte en het geld voor een weide met vijver, bomen en stal?
- Heb je de tijd om dagelijks te voeren en uit te mesten?
- Kan iemand de dieren verzorgen wanneer je op vakantie gaat?
Buffels zijn kuddedieren. Ga dus na of je er meerdere kan houden. Let op de toestand van het dier dat je wil kopen. Koop nooit een dier dat er niet gezond uit ziet.
Buffels koop je bij een gespecialiseerde fokker. Er zijn een aantal regels die gelden bij de aankoop en verkoop van buffels. Deze volgen in het algemeen de regels die gelden voor runderen, bijvoorbeeld over de documenten die moeten worden meegeleverd en de ziektecontroles die moeten worden uitgevoerd. Informeer je hierover goed, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.
Buffels mag je niet zomaar houden. Je moet, ook als hobbyhouder, aan vele regels voldoen. Zo moeten buffels ook in het registratiesysteem Sanitel opgenomen zijn en dus een oormerk dragen. Let op: afhankelijk van waar je woont en hoeveel dieren je wil houden, heb je een milieuvergunning enz. nodig.
De aankoopprijs van een buffel is zo’n 3.000 euro voor één vaars. Reken er op dat je meerdere dieren nodig hebt voor een kleine kudde.
Daarnaast zijn er uiteraard nog heel wat andere kosten: een weide en een stal zijn de belangrijkste, maar ook de bodembedekking, het voer en de dierenarts kosten geld. Een halve hectare weide huren kost ongeveer 800 euro per jaar. Een schuilstal zelf maken kost al snel meer dan 400 euro. Kijk vooraf wat de kostprijs is van hooi of kuilgras bij jou in de buurt. Een buffel eet al snel voor 30 euro per maand aan ruwvoer.
Buffels hebben een weide met een vijver of poel en een dichte stal nodig. Ideaal is een stal met permanente toegang tot een weide. In de weide moet er water zijn waarin ze kunnen liggen, en veel gras en bomen of struiken om schaduwplekken te creëren.
Buffels zijn gewend om dicht bij elkaar te leven, maar meer ruimte zorgt voor minder probleemgedrag. Omdat ze normaal niet onthoornd worden, geef je ze best iets meer ruimte dan een rund om te voorkomen dat ze elkaar kwetsen.
Gezelschap
Buffels zijn kuddedieren, hou ze daarom nooit alleen. Sociaal contact met soortgenoten is belangrijk voor het welzijn van deze dieren. Hou bij voorkeur meerdere koeien samen met een stier. Als je meerdere stieren wilt houden, laat je de dieren beter castreren, of geef ze een verblijf uit de buurt van de vrouwelijke dieren.
Stal
Een stal met 10 m² per dier is in principe voldoende mits er permanente toegang is tot een weide. Voor kalveren wordt aangeraden om 2,6 m² stalruimte te voorzien. Zorg dat de stal heel stevig is gebouwd, buffels zijn sterke dieren. Zorg altijd voor enkele meters buitenruimte, ook als de dieren niet direct op de weide kunnen.
Voorzie in de stal een voldoende zacht ligbed. Dit kan stro zijn, maar bijvoorbeeld ook houtkrullen of zand. Een droog, zacht ligbed voorkomt veel problemen. Buffels spelen graag met water, let dus op waar je de waterbak plaatst als je geen natte stal wil.
Weide
Voorzie minimaal 500 m² per dier. Hoeveel weide je nodig hebt, hangt af van de kwaliteit ervan. Meer ruimte is uiteraard beter, want zo hou je de kwaliteit van de weide hoog en de infectiedruk beperkt. Door de weide in stukken te delen of strookbegrazing toe te passen, krijgt het gras de kans om terug te groeien en blijft het grasland in goede staat. Het doorbreekt ook de levenscyclus van wormen. De beweging in de weide zorgt ervoor dat hun klauwen gezonder blijven.
Een stevige omheining is zeker nodig, want buffels zijn vrij sterk. Een houten omheining met een stroomdraad ervoor heeft de voorkeur.
Buffels hebben absoluut een poel nodig om in te rollen. Een diepe, modderige vijver gebruiken ze om af te koelen op warme dagen en om zich te beschermen tegen insecten.
De voeding van buffels lijkt op die van runderen. In tegenstelling tot runderen kunnen buffels ook onder water grazen: ze kunnen dus allerlei waterplanten eten. Ze kunnen ook makkelijker ruwer voeder verteren, al zullen ze zelden van bomen of struiken eten als ze genoeg kwaliteitsvoeder krijgen. Hoeveel ze precies nodig hebben, hangt af van de weersomstandigheden, het levensstadium en het doel waarvoor ze gehouden worden: als hobby of voor het vlees of de melk. Wilde buffels eten 6 tot 30 kg droge stof per dag. De gekweekte Italiaanse rassen eten rond de 10 kg als ze geen melk geven, en 16 kg als ze gemolken worden.
De dagelijkse voeding bestaat uit ruwvoer zoals gras en hooi. De vele vezels zijn nodig voor een goede werking van de pens. Goede kwaliteit ruwvoer is niet stoffig of muf en de dieren eten het graat. Geef het ruwvoer vanuit een ruif zodat het niet vuil wordt. Plaats deze zo dicht mogelijk tegen de grond, maximaal 0,5 m hoog. Buffels hebben moeite om uit hogere eetbakken te eten. Alleen ruwvoer levert soms onvoldoende energie, zeker als de koeien melk geven. Geef echter niet te veel graan, korrelvoer of bietenpulp, en best geen fruit of brood: buffels nemen er snel te veel van op en vervetten daardoor.
Vermijd agressie tijdens het voederen door voldoende voederbakken te voorzien zodat alle dieren tegelijk kunnen eten. Reken op 0,8 m voederbak per buffel en op 0,5 m per kalf. Dit kan minder zijn wanneer er een tussenschot tussen de bakken staat.
Buffels drinken redelijk veel, tot wel 40 liter per dag, afhankelijk van het weer, het voer, enz. Ze hebben dus altijd vers water nodig. Voorzie zeker 10 cm drinkbak per dier. Het is aangeraden om in de weide en op stal een speciale liksteen voor runderen te geven. Zo hebben de buffels altijd genoeg zouten en mineralen ter beschikking.
Jonge kalveren krijgen normaal hun voeding via de moedermelk. Als het niet mogelijk is het kalf bij de koe te laten, of er is een probleem met de melkproductie, dan kan je het kalf melk geven met een fles of een emmer met een speen. Een kalf moet zo snel mogelijk na de geboorte voldoende biestmelk krijgen om de volgende weken beschermd te zijn tegen allerlei ziektes. Na een dag of vijf geeft de koe geen biestmelk meer, maar gewone melk.
Dagelijks
- Verwijder mest en vul eventueel de bodembedekking in de stal aan.
- Geef vers voer.
- Geef vers water of controleer dat het automatische drinksysteem werkt.
- Controleer of de dieren er gezond uitzien en zich normaal gedragen. Een vuil dier vol modder is normaal, een vuil dier vol mest leeft in een te kleine of vuile ruimte. Kijk bij kalveren zeker goed na of ze diarree hebben.
Minstens eenmaal per week
- Controleer de omheining van de weide.
Minstens eenmaal per jaar
- Reinig en ontsmet de stal grondig. Hoe meer dieren je houdt, hoe vaker je dit moet doen. Verwijder op dat moment alle demonteerbare materialen en verwijder al het losse en aangekoekte vuil. Een hogedrukreiniger met een reinigingsmiddel is hiervoor handig. Spoel het vuil en het inweekmiddel af en zorg dat er geen plassen achterblijven. Ontsmet hierna de stal.
- Controleer meerdere keren per jaar de klauwen. Klauwverzorging is nodig als de klauwen gaan opstaan aan de voorkant, lange randen krijgen of over elkaar groeien.
Buffels leiden aan gelijkaardige ziektes als runderen, al hebben ze er over het algemeen wel meer weerstand tegen. Ze kunnen bijvoorbeeld drager zijn van brucellose en rundertuberculose, maar ook blauwtong. Ze zijn daarom ook onderworpen aan de regels die daarover gelden voor runderen.
Op commerciële bedrijven is diarree bij jonge kalveren een belangrijke doodsoorzaak. Bij hobbybuffels komt dat niet zo vaak voor. Als het toch voorkomt, kan het een voederprobleem zijn, zoals te weinig vezel, maar ook een ziekte. Vraag je dierenarts op tijd om raad.
Bij buffels zie je zelden kreupelheid. Sommige klauwproblemen komen wel voor, maar die zijn vaak genetisch overerfbaar en kunnen dus beperkt worden door met dergelijke dieren niet verder te kweken.
In tegenstelling tot andere diersoorten is een “vuile” buffel normaal geen probleem. Modder is immers belangrijk als bescherming tegen de zon en insecten. Mest op de huid is wel een teken dat de huisvesting niet in orde is en er mogelijk te weinig plaats, te weinig stro, … is. Hou zeker ook de conditie van je buffel in de gaten: zowel te mager als te vet is niet goed.
De meest voorkomende gezondheidsproblemen bij buffels zijn:
- Huidproblemen
Symptomen: plekken met korsten, wonden.
Hoewel buffels uit warme gebieden komen, kan hitte een groot probleem zijn. Zeker in de volle zon, zonder schaduw of water om in te schuilen. Als buffels geen waterpoelen of modder hebben waarin ze kunnen rollen, dan zijn ze extra gevoelig voor zonnebrand en huidparasieten. Er zijn hiervoor speciale behandelingen beschikbaar via de dierenarts.
- Uitpuilende vagina of “uterus prolaps”
Dit komt vrij vaak voor op bedrijven met melkbuffels. Een goede voeding van jonge en niet-zogende koeien kan dit helpen voorkomen.
- Worminfecties
Symptomen: slechte groei, lage melkproductie.
Zeker op natte weiden waar vaak en lang dieren lopen, kunnen veel wormen aanwezig zijn. Je kan dit verminderen door geregeld van weide te veranderen. Voor bepaalde types wormen zijn enkel de jonge dieren gevoelig, de oudere dieren ontwikkelen bij voldoende contact een stevige weerstand. Een behandeling is mogelijk via de dierenarts.